Herhaling hoofdstuk 8

Herhaling hoofdstuk 8
8.1 Energie, verbranding
8.2 Ademhaling, zuurstof
8.3 Bloedvaten, stoffen in het bloed
8.4 Bloedsomloop, hart
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 8
8.1 Energie, verbranding
8.2 Ademhaling, zuurstof
8.3 Bloedvaten, stoffen in het bloed
8.4 Bloedsomloop, hart

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een orgaan?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel?

Slide 3 - Tekstslide

8.1 Het werkt
Organen: delen van het lichaam met een bepaalde taak.
Bijvoorbeeld hart, long, lever, nieren.

Orgaanstelsels: Organen die samenwerken aan grote taken.
Bijvoorbeeld verteringsstelsel(maag, darmen, etc.) of ademhalingsstelsel(mondholte, luchtpijp, longen etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan energie?
Hoe komen spieren aan energie ?

Verbranding:
Glucose + zuurstof = 
energie + koolstofdioxide + water

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan 
glucose en zuurstof ?

Slide 6 - Tekstslide

8.2 Je ademt
Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt. 
(Kijk hier voor de toets zelf nog eens goed naar > Blz. 41 tekstboek, bron 2)

2. Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.

3. Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.

Slide 7 - Tekstslide

Bron 3 Het ademhalingsstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Bron 4 Gaswisseling in longblaasjes
Waar komt zuurstof in het bloed ?
Welke gassen worden er uitgewisseld?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is het beter om door je neus te ademen?

Slide 10 - Tekstslide

Bron 5 
Neusademhaling

1. Je neus "keurt" de lucht
2. Je neus houdt stof tegen
3. Je neus maakt lucht vochtig /warm

Slide 11 - Tekstslide

8.3 Je bloed vervoert
Leerdoelen:
• Je kunt de verschillende onderdelen van het bloed benoemen.
• Je kunt uitleggen welke soorten bloedvaten een mens heeft.
• Je kunt uitleggen hoe voedingsstoffen en afvalstoffen op de juiste plaats terecht komen.

Slide 12 - Tekstslide

Bloed
* bloedplasma
* rode bloedcellen
* witte bloedcellen

Bloedplasma:
voedingsstoffen ( glucose, vitaminen) afvalstoffen ( koolstofdioxide )
zitten hierin opgelost

Slide 13 - Tekstslide

Welke drie soorten bloedvaten zijn er?

Slide 14 - Tekstslide

Slagader
Slagader vervoert bloed van het hart AF

Meestal vernoemd naar het orgaan waar hij naar toe gaat ( nierslagader, longslagader)

Gespierde wand en kloppen met het hart mee, dit is voelbaar

AORTA

Slide 15 - Tekstslide

Haarvaten
Dunste bloedvaten in je lichaam

Wand is 1 cellaag dik

Lopen door de organen

Zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed
Afvalstoffen in het bloed














Slide 16 - Tekstslide

Ader
Aders vervoeren bloed naar het hart  TOE
 
Alle aders komen samen in de onderste of bovenste holle ader

Meestal vernoemd naar de organen waar ze vandaan komen (nierader, longader)

Wanden zijn slap en dun en ze hebben kleppen

Slide 17 - Tekstslide

8.4  Je bloedsomloop
Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt

Slide 18 - Tekstslide

Rood/blauw???

Slide 19 - Tekstslide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Rood >  vanaf de longen > de linkerkant van het hart > organen.

[Uitwisseling zuurstof/CO2]

Blauw > vanaf de organen > de rechterkant van het hart > terug naar de longen

Slide 20 - Tekstslide

Het hart
Linkerkant/rechterkant | Blauw/Rood
Boezems/kamers (boven/onder)
Hartkleppen: Tussen boezems en kamers
Slagaderkleppen: tussen kamers en longslagader/aorta

Taak kleppen: zorgen dat het bloed één kant op stroomt. 

Slide 21 - Tekstslide

Vragen?

Slide 22 - Tekstslide

Oefentoets

Slide 23 - Tekstslide