Les 3: Urineweginfectie, tuberculose en kinderziekten

Urineweginfecties en tuberculose
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Urineweginfecties en tuberculose

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  •  Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van een urineweginfectie en een gecompliceerde urineweginfectie
  •  Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij tuberculose
  •   je weet welk gevolg onoordeelkundig gebruik van deze geneesmiddelen kan hebben
  •  Je weet welke gebruiksadviezen je moet geven bij de verschillende antibacteriële middelen
  •  Je weet waar desinfectantia voor gebruikt worden en welke er zijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FPZ boek
Hoofdstuk 20
  • 20.1.4 Toepassingsgebieden van antibiotica
  • 20.1.5 Profylactisch gebruik van antibacteriële middelen
  • 20.1.6 Desinfectantia en conserveermiddelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

penicilines
macroliden
chinolonen
tetracyclines
amoxicilline
augmentin
broxil
azitromycine
erythromycine
claritromycine
ciprofloxacine
levofloxacine
doxycycline
minocycline

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke termen
  • resistentie
  • bacteriocide
  • bacteriostatisch
  • kruisresistentie
  • kruisovergevoeligheid
  • smal en breedspectrum

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking

  • overgevoeligheid
  • diarree= geen overgevoeligheid; anticonceptiepil minder werkzaam
  • kruisovergevoeligheid
  • interactie met antistolling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het urinestelsel
Het urinestelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.

Het bestaat uit:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • blaas
  • Urinebuis

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
Belangrijkst functies:
  • schadelijke stoffen en afvalstoffen filteren uit het bloed.
  • overtollig water en zout afvoeren uit het lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineleiders
De 'weg' tussen de nieren en de blaas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis
Loopt van de blaas naar de plaats waar de urine het lichaam verlaat.

De urinebuis bij een man is langer en ligt een klier omheen, dit is de prostaat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfectie
  • 80% Escherichia Coli (darm)
  • anus --> bilnaad-->uitgang urinebuis
  • gestoorde afweer of anatomische afwijkingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfecties
Onderscheid tussen gecompliceerd en ongecompliceerd
Ongecompliceerd (cystitis)
  • pijn bij het plassen
Gecompliceerd
  • algemeen ziek zijn
  • pijn bij het plassen
  • pijn in de rug
  • koorts


Slide 12 - Tekstslide

Gecompliceerde urineweginfectie: infectie met een groter risico van een complicatie of op het falen van de behandeling
Urineweginfecties
  • vrouwen sneller last dan mannen
  • urinewegen korten dan bij man
  • plasbuis zit dichtbij vagina en anus
  • bacterie legt dus kortere afstand af

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen bij blaasontsteking
  • Blaas ledigen
  • Goede hygiëne bij geslachtsgemeenschap: Erna plassen
  • Goede ontlastinghygiëne (anus schoonmaken naar rug toe
  • voldoende water drinken

Slide 15 - Tekstslide

blaas ledigen:  plas lang ophouden, onvolledig leegplassen of een te geringe hoeveelheid urine de infectie kan bevorderen.
Behandeling blaasontsteking
  • Antibiotica
  • Voldoende hoge doses (in bloed/urine)
  • Stoffen die via de nieren uitgescheiden worden
  • Veel drinken naast gebruik van geneesmiddelen
  • Verschil in behandeling en onderhoud

Slide 16 - Tekstslide

hoge concentraties in urine en dus blaas
Behandeling ongecompliceerde  urinewerginfecties

  • stoffen die via de nieren worden uitgescheiden
  • kuur van 5 dagen, risicogroepen 7 dagen
  • preparaten: nitrofurantoine, trimethoprim en fosfomycine, amoxiciline/clavulaanzuur (augmentin)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Behandeling van ongecompliceerde UWI;bij gezonde vrouwen
1ste keus
2de keus
3de keus
Nitrofurantoine 50 mg
fosfomycine 3g
trimethoprim 300mg
furabid 100mg
5 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg
eenmalig, 3 g, bij voorkeur voor de nacht
3 dagen, 1 dd 300 mg voor de nacht
monuril

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nitrofurantoine
  • bactericide antibioticum
  • gewone capsules 4x per dag; mga: 2x per dag
  • kuur van 5/7 dagen
  • voor behandeling en onderhoud (1 dd)
  • bijwerkingen: hoofdpijn, haaruitval (tijdelijk), bruine verkleuring van urine
  • gebruikersadvies: met melk/yoghurt innemen (werkt beter, minder last van maag-darmklachten)
  • interactie met VKA

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fosfomycine
  • bacteriocide
  • kuur van 1 dag (eenmalige gift)
  • gebruikersadvies: voor de nacht, 2 u na het eten. Voor inname blaas goed ledigen
  • zakjes die in water opgelost moeten worde
  • bijwerkingen: hoofdpijn, duizeligheid, maag-darmklachten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trimethoprim
  • bacteriostatisch
  • 1 dd voor de nacht, blaas goed leegplassen
  • kuur van 3 of 7 dagen
  • bijwerkingen: misselijkheid,huiduitslag en jeuk
  • gebruikersadvies: met wat voedsel innemen bij misselijkheid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactie trimethoprim
Methotrexaat
  • trimethoprim verhoogt toxiciteit methotrexaat
  • Bij combinatie met een RAAS-remmer of een kaliumsparend diureticum kan hyperkaliëmie optreden; de kaliumconcentratie moet worden gecontroleerd.

Slide 23 - Tekstslide


trimethoprim is een foliumzuurantagonist
 en vermindert de uitscheiding van mtx

kan leiden tot beenmergsuppressie
Behandeling gecompliceerde UWI
hoge concentratie in bloed en weefsel

  • ciprofloxacine
  • amoxiciline/clavulaanzuur (augmentin)
  • cotrimoxazol

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke subgroep valt ciprofloxacine?
A
chinolonen
B
tetracyclines
C
penicilines
D
macroliden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ciprofloxacine is....
A
bacteriostatisch
B
bactericide

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gebruikersadvies geef je bij ciprofloxacine

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

mevrouw de Bruin komt aan de balie voor een receptje met ciprofloxacine. Verder zie je in het dossier dat mevrouw ook nog antagel gebruikt. Er verschijnt dus een intercatie. Welk advies is juist?
A
overleg met de arts voor een alternatief
B
antagel tijdelijk staken tijdens de behandeling met ciprofloxacine
C
antagel 2 u voor of 4 u na ciprofloxacine innemen
D
ciprofloxacine 2 u voor of 4 u na antagel innemen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking chinolonen
Absoprtie
  • antacida: chinolonen 2 u voor of 4 u na antacidum
  • ijzerzouten: chinolonen 2 u voor ijzerzouten (normaal preparaat) innemen; bij voorkeur ijzertherapie staken
  • sucralfaat:  het chinolon moet ten minste 4 uur vóór sucralfaat worden ingenomen. Maar bij voorkeur wordt sucralfaat tijdelijk gestaakt of vervangen door een H2-antagonist

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cotrimoxazol
  • bactericide
  • gebruik: 1 tablet voor het slapen en andere 12 u later
  • combinatie van: trimethoprim en sulfamethoxazol
  • bijwerkingen: overgeven en minder eten
  • LET OP INTERACTIE MET METOTHREXAAT

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

profylaxe uwi
  • bij herinfectie (meer dan 3 keer per jaar)
  • langdurig (6 maanden)
  • cranberry tabletten (2dd 500mg)
  • nitrofurantoine 1dd 50 mg (<2 u na gemeenschap) na 6 mnd staken, of 1dd voor de nacht
  • trimethoprim 1dd 100 mg voor de nacht

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuberculose

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuberculose
  • Tuberkelbacil (Mycobacterium tuberculosis)
  • Chronisch verlopend
  • Longen, (maar ook huid)
  • Besmetten via hoest (open vorm)
  • Bijna niet meer in NL
  • Langdurig behandelen
  • Combinaties (resistentie)
  • Isoniazide (met pyridoxine) en rifampicine

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rifampicine

  • bactericide
  • werkingsspectrum breed
  • icm isoniazide ivm resistentie
  • nuchter; half u voor of 2 u na eten

Slide 35 - Tekstslide

remmen groei van tuberkelbacil
Isoniazide
  • isoniazide: tuberculostaticum (hoge dosis bactericide)
  • smal spectrum
  • alleen werkzaam bij delende cellen

Slide 36 - Tekstslide

remmen groei van tuberkelbacil
Is profylactisch gebruik van antibiotica wenselijk?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Profylactisch gebruik
  • Let op resistentie
  • Ernstig risico -> profylaxe
  • Preoperatieve profylaxe
  • Wondroosprofylaxe (erysipelas) (maandelijkse toediening penicilline)
  • Endocarditisprofylaxe (amox 3 g) of clindamycine 600mg

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfectantia
werkzaamheid hangt af van:
  • het te vernietigen micro-organisme
  • inwerkingstijd
  • aard en concentratie desinfectans

Slide 39 - Tekstslide

korte inwerkingstijd: niet alle micro-organismen gedood
Soorten desinfectantia
  • Alcohol 70%
  • Jodium
  • Chloorhexidine
  • Zilversulfadiazine
  • Chloorverbindingen, natriumhypochloriet

Slide 40 - Tekstslide

alcohol: bacterie en schimmeldodend; inwerktijd van 2 min
jodium: tegen virussen. niet toepassen op grote opp waar huid beschadigd is, omdat het kan worden opgenomen in het bloed (probleem bij mensen met schildklieraandoeningen)
Chloorhexidine: tegen bacterieen
Zilversulfadiazine: ontleed in zilver op wond, werkt bactericide. sulfadiazine ondersteunt werking. voorkomen en behandeling van infecties bij tweede/derdegraads wonden en andere wonden met groot infectierisico
Conserveermiddelen
  • Vermenigvuldiging micro-organismen in waterige vloeistoffen tegengaan
  • Steriel houden vloeistof (oogdruppels)
  • Bederf tegengaan (voeding)
  • Overgevoeligheid
  • Voorbeelden in geneesmiddelen; Benzalkoniumchloride, Natriumedetaat, Fenylmercuriboraat, Sorbinezuur, methylparahydroxybenzoaat


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra lesmateriaal
  • www.apotheekkiosk.nl
Voer in blaas1

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies