BOA hoofdstuk 16.1 t/m 16.4.2

BOA 

HOOFDSTUK 16 
16.1 TM 16.3
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BOA 

HOOFDSTUK 16 
16.1 TM 16.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Log in en laat even weten...
Hoe zit je er bij?

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

WEET JE T NOG??
Materieel SR.

wetboek v SR
Strafbepalingen (feiten)
Algemene Bepalingen
Misdrijven 
Overtredingen

Formeel SR

Wetboek v SV
Procedures

Boek 1: Algemene bepalingen
Boek 2: Misdrijven
Boek 3: Overtredingen 
Strafbepaling:
Norm                  omschrijving strafbare feit                                (bestanddelen)
Kwalificatie       naam
Sanctie               straf 
herhaling Hoofdstuk 15

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestanddelen
De delictsomschrijving ( de norm) kun je zoals je weet onder verdelen in bestanddelen.
voorbeeld:
Art. 287 WvSr: 
delictsomschrijving: het verboden gedrag
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft
bestanddelen:
hij die
een ander
van het leven berooft


Uitleg bestanddelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVEN CHECKEN OF JE HET ECHT SNAPT?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Art. 289 Sr

Welk stukje bevat de delictsomschrijving?
A
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft,
B
wordt, als schuldig aan moord
C
gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Art. 289 Sr

Welk stukje bevat de kwalificatie?
A
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft,
B
wordt, als schuldig aan moord
C
gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Art. 289 Sr

Welk stukje bevat de sanctienorm?
A
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft,
B
wordt, als schuldig aan moord
C
gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Art. 326 Sr

Welk stuk bevat de kwalificatie?
A
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, (...)iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, (....)
B
wordt, als schuldig aan oplichting,
C
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Art. 326 Sr

Welk stuk bevat de delictsomschrijving?
A
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, (...)iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, (....)
B
wordt, als schuldig aan oplichting,
C
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Art. 326 Sr

Welk stuk bevat de sanctienorm?
A
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, (...)iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, (....)
B
wordt, als schuldig aan oplichting,
C
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

art. 300 Sr
Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

Wat ontbreekt er bij dit artikel?
A
Delictsomschrijving
B
Kwalificatie
C
Sanctienorm

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN 
WAT GAAN WE BEHANDELEN:

  • De begrippen schuld en opzet
  • Poging en voorbereiding

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHULD EN OPZET
 Een strafbaar feit is:
1) - een menselijke gedraging (handeling of nalating)
     - die valt binnen een wettelijke delictsomschrijving, 
    - wederrechtelijk en aan schuld te wijten moet zijn.

Geen algemene bepalingen WvSr  =  ontstaan in jurisprudentie
Schuld of opzet als bestanddeel misdrijf   =    bewijzen 

Bij overtredingen  =  opzet of schuld geen bestanddeel en wordt  aangenomen
Bij elk strafbaar feit is enige schuld wel één van de voorwaarden voor de strafbaarheid.
( beroepen op strafuitsluitingsgrond of AVAS)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHULD IN ENGE ZIN 
Heeft de verdachte een verboden gevolg veroorzaakt dat hij niet wilde. 
Er is sprake van een handeling of nalaten met een ongewild, maar wel te voorzien, verboden gevolg.
De verdachte heeft dus aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld, waardoor een verboden gevolg is ontstaan

Synoniemen voor deze vorm van schuld:
- grove nalatigheid
- ernstige reden hebben om te vermoeden
- moest of had kunnen verwachten


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is er bij strafbare feiten sprake van schuld in enge zin?
A
zowel bij strafbare feiten die opzettelijk gepleegd zijn als bij strafbare feiten waarbij een ongewild gevolg optreedt
B
alleen bij strafbare feiten waarbij een ongewild gevolg optreedt
C
alleen bij strafbare feiten die opzettelijk gepleegd zijn
D
alleen bij strafbare feiten waarbij de dader een gevolg van zijn daad dat zeker zal optreden op de koop toe neemt

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OPZET
  1. Er is sprake van opzet als de daad en het verboden gevolg willens en wetens tot stand zijn gekomen. 
  2. De verdachte wil het strafbare feit plegen en hij weet ook dat hij het pleegt. 
  3. Handelen of nalaten gericht op het veroorzaken van het verboden gevolg
  4. Onder opzet valt ook het willens en wetens handelen en daarbij bewust het te verwachten verboden gevolg op de koop toe nemen.
  5. Synoniemen voor opzet zoals deze voorkomen als bestanddeel in de delictsomschrijving:
- met het oogmerk
- wetende dat
- met de bedoeling
- met het voornemen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHULD IN RUIME ZIN
Schuld in enge zin
+
Opzet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de definitie "Poging"

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
  • Het voornemen van de dader om een misdrijf te plegen, 
  • Zich door een begin van uitvoering van het misdrijf heeft geopenbaard, 
  • Maar het misdrijf is nog niet voltooid.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorwaarden moeten aan voldaan zijn voor een strafbare poging?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
*Een misdrijf
*Een dader
* Voornemen van de dader om het misdrijf te plegen
* een begin van de uitvoering van het misdrijf waardoor dat voornemen is geopenbaard.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is een poging van een overtreding ook strafbaar?
A
Ja elke poging is strafbaar
B
Nee poging tot een overtreding is niet strafbaar
C
Alleen bij verkeersovertredingen
D
Alleen als het geen verkeersovertredingen zijn.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een poging tot een misdrijf wordt onderverdeeld in 2 soorten, Welke?
A
Voltooide Poging Onvoltooide feit
B
Voltooide Feit Onvoltooide Poging
C
Voltooide Poging Onvoltooide Poging
D
Voltooide Poging Onvoltooide Dader

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een voltooide poging?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een voltooide poging?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een onvoltooide poging?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Vrijwillige terugtreding"
Als de dader vrijwillig de poging stopt spreken we van 
Bijvoorbeeld: een dader probeert een fiets te stelen, na het verbreken van het slot bedenkt hij zich en laat de fiets staan. dan spreken we van een vrijwillige terugtreding en is hij niet strafbaar voor een poging diefstal van de fiets. maar..... kan wel schuldig zijn aan vernieling.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding van een strafbaar feit
De dader opzettelijk:
 voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, 
verwerft, vervaardigd, invoert, doorvoert, uitvoert of voor handen heeft 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een strafbare voorbereiding moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
*Een misdrijf waarop 8 jaar of meer op gesteld is en
*Een dader
* Die opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers,      ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf 
* verwerft, vervaardigd, invoert, doorvoert, of voorhanden heeft.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is iemand bij een vrijwillige terugtrekking bij een voorbereiding toch strafbaar?
A
Ja hij heeft vaak al veel zaken geregeld om het misdrijf te plegen
B
Nee, zolang de dader zelf verantwoordelijk is voor de terugtrekking.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang bedraagt de maximale gevangenisstraf voor een poging tot moord? (art. 289 Sr) (levenslang/30 jr)
A
10 jaar
B
15 jaar
C
20 jaar
D
25 jaar

Slide 35 - Quizvraag

Op een strafbare poging staat een maximum van twee derde van het strafmaximum. Omdat op moord (art. 289 Sr) levenslang staat, geldt dan een strafmaximum van twintig jaar (art. 45 lid 3 Sr).
Hoelang bedraagt de maximale gevangenisstraf voor een poging tot doodslag? (art. 287 Sr) (15jaar)
A
5 jaar
B
7,5 jaar
C
10 jaar
D
15 jaar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Twee mannen troffen voorbereidingen voor een roofoverval op een grenswisselkantoor. Ze stalen een auto, namen kentekenplaten van een andere auto weg en kochten wapens. Op de dag van de overval reden ze al vroeg naar het parkeerterrein om het personeel op te wachten. Ze droegen in de auto al pruiken en dubbele kleding en ze hadden een geladen wapen en touw, handboeien en kleefband bij zich. Het was hun bedoeling om de eerste medewerker die naar kantoor toe zou gaan te overvallen. Maar deze man vertrouwde de auto niet en waarschuwde de politie. Na een wilde achtervolging werden de mannen door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau(NJ1988, 612).

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zal de uitspraak van de rechter luiden; is er wel of niet sprake van een strafbare poging?

Slide 38 - Open vraag

De rechter zal wel van mening zijn dat er een strafbare poging is gedaan vanwege alle activiteiten die rechtstreeks zijn gericht op de uitvoering van het misdrijf: aanwezigheid op de plaats van het misdrijf, met geladen pistool, pruiken en dubbele kleding.
Dit heb je geleerd vandaag
De begrippen schuld en opzet
Poging en voorbereiding

Voorbereiden volgende les:
16.4 t/m 16.7


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies