6.4 Biologisch evenwicht

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Ecologie

Thema 6 Ecologie

Leerdoelen:

• Je leert het verschil tussen biotisch en abiotisch,
• Je leert de verschillende organisatieniveaus zijn
• Je leert wat biologisch evenwicht is en wat een optimumkromme inhoudt.

Begrippen:

• biotische factoren

Begrippen:

• abiotische factoren

Maak opdracht 1 op blz 95

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein

1

2

3

4

5

biosfeer 

ecosysteem

soort

populatie

organisme

Begrippen:

• individu

Begrippen:

• individu
  
• populatie

Begrippen:

• individu
• populatie
• levensgemeenschap
• ecosysteem

Populatiegrootte

populatiegrootte: Uit hoeveel organismen een populatie bestaat.

De populatiegrootte is afhankelijk van biotische en abiotische factoren. 

• factoren gunstig --> toename populatiegrootte 
• factoren ongunstig -->  afname populatiegrootte. 

Populatiegrootte

Begrippen:

• biologisch evenwicht
  

Begrippen

optimumkromme

tolerantiegebied

 tolerantie = het gebied waar organismen kunnen leven. 

Welke soort heeft het grootste tolerantie?

1. Soort a
2. Soort b
3. Soort a en b, want er is overlap

Wat zijn biotische factoren?

1. De invloeden afkomstig van de levende natuur
2. Alle relaties tussen organismen en hun milieu
3. De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
4. A en B

Wat is een voorbeeld van een abiotische factor?

1. Lucht
2. Bomen
3. Roofdieren
4. Soortgenoten

Er is een verband tussen de tolerantie en het areaal van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?

1. soort A
2. soort B
3. soort C
4. soort D

Aan de slag!

Thema 6, basisstof 4

Opdrachten 

1 t/m 6