donderdag 17 oktober

Unit Babel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Unit Babel

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
Formative luisteren

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Intro luisteren
Podcast van Over Nederlands gesproken. Gesprek met
Kristel Doreleijers

Slide 4 - Tekstslide

Formative luisteren
  • Lees eerst de vragen goed
  • Je krijgt de eerste 8 min te horen
  • 30 min. de tijd om de vragen te maken
  • Na 10 min. krijg je de audiotekst voor de tweede en laatste keer te horen
  • Veel succes!


Slide 5 - Tekstslide

video straattaal

Slide 6 - Tekstslide

Formative nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 14 - Quizvraag

Met het schrijven van een recept wil de schrijver :
A
De lezer vermaken.
B
Dat de lezer iets doet.
C
De lezer informatie geven.
D
Uitleggen aan de lezer hoe hij iets moet doen.

Slide 15 - Quizvraag

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren, je moet iets gaan doen
B
Amuseren,
C
Informeren
D
Overtuigen, je geeft je mening

Slide 16 - Quizvraag

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren, je iets leren of uitleggen
D
Overtuigen, je mening geven

Slide 17 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
( song tekst )
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 18 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren: iets uitleggen of leren

Slide 19 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste TEKSTDOEL bij deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 
Je gaat bij elk doel een tekst zoeken op het internet .
Zet bij elke tekst het juiste doel.
Maak een document.
BV : stukje van een stripverhaal / amuseren

Slide 22 - Tekstslide