7/3 zakelijk lezen 4.5 2v nieuwsberichten

Lezen

4.5 opbouw nieuwsbericht, titels en koppen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen

4.5 opbouw nieuwsbericht, titels en koppen

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Mededeling (55 (sub)begrippen --> nummeren en opnieuw inleveren in Magister opdrachten.
  • Korte activiteit
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Spelen met woorden: rebus
Geef iedereen de kans om de rebus op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe je het in je hoofd.
  • Bekijk eerst de rebus goed en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Open vraag

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe een nieuwsbericht opgebouwd is en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken;
  • weet je welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je van de vorige les over
zakelijk lezen hebt onthouden.

Slide 7 - Woordweb

details, voorbeelden en uitleg
belangrijkste zaken uit een tekst
verzameling zinnen die met elkaar samenhangen
herhaling informatie, toekomst, antwoord vraag
Inleiding
Bijzaak
Hoofdzaak
Alinea
Slot
onderwerp benoemen, nieuwsgierig maken

Slide 8 - Sleepvraag

timer
3:00
Wat is nieuws?

Slide 9 - Woordweb

Wat is nieuws?
- actueel;
- belangrijk voor een grote groep mensen;
- het betreft (vaak) een bekend persoon
- feiten 
- objectief



Slide 10 - Tekstslide

timer
2:00
Hoe kom je aan nieuws?
Waar vind je het?

Slide 11 - Woordweb

Hoe kom je aan nieuws?       
- persfotografen
- sociale media (is dat betrouwbaar?)
- eigen research
- netwerk
- iemand op locatie die verslag doet

Slide 12 - Tekstslide

De krant lezen: waarom en hoe?

De belangrijkste reden om een krant te lezen is kennisnemen van het nieuws: wat is er gaande in de wereld? 
Elke lezer heeft zijn eigen voorkeur en belangstelling, en vrijwel niemand wil alles lezen. Daarom is de krant lezen vaak ook verkennend lezen. Om de lezer hierbij zo goed mogelijk van dienst te zijn, schrijven journalisten hun nieuwsberichten op een speciale manier. 

Slide 13 - Tekstslide

Opbouw van een nieuwsbericht

De opbouw van een nieuwsbericht is niet driedelig: er is geen slot. Wel begint het met een opvallende kop (titel) en een, meestal vetgedrukte, inleiding (in krantenjargon ‘lead’ genoemd) waarin het nieuwsfeit duidelijk wordt beschreven. Wat daarna volgt, is een uitwerking die kort of lang kan zijn.
Hoe verder je doorleest in een nieuwsbericht, des te meer details je tegenkomt. Wanneer je vindt dat je genoeg weet over het onderwerp, stop je met lezen. De schrijver van het bericht houdt rekening met deze manier van lezen.

Slide 14 - Tekstslide

Koppen
Een titel heet in de krant een kop. Een ondertitel is dus een onderkop.
Een tussenkopje in een artikel of nieuwsbericht geeft niet altijd precies aan waar het volgende tekstgedeelte over gaat. Hij past wel bij de eerstvolgende alinea, maar niet bij die daarna. De reden hiervoor is dat tussenkopjes in de krant (of in een tijdschrift) vooral de bedoeling hebben om de tekst leesbaarder te maken. Tussenkopjes hakken de tekst als het ware in stukken en zorgen voor afwisseling door het lettertype, de lettergrootte en eventueel de kleur van de letters. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor titel?
A
kop
B
onderkop
C
alinea
D
hoofdgedachte

Slide 16 - Quizvraag

De kop heeft meer woorden dan de onderkop.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Tekstvormen in de krant (1)

Een krant is, elke dag opnieuw, een rijke verzameling van teksten. Behalve grote en kleine nieuwsberichten staan er allerlei andere tekstvormen in. 
Een sportverslag is bedoeld om de lezer te informeren over een sportgebeurtenis, meestal een wedstrijd. Behalve feiten bevat zo’n verslag vaak ook subjectieve elementen: de journalist laat weten wat hij van de sportprestaties vindt. 
Lezers schrijven e-mails om te reageren op wat ze in de krant hebben gelezen. De redactie kiest zo’n ingezonden brief uit en plaatst hem in de krant. Doordat lezers op deze manier bijdragen aan de discussie over maatschappelijke onderwerpen is de krant ook interactief.
In een recensie geeft de auteur een beoordeling van een boek of een game, een film, een album et cetera. Behalve zijn mening, die hij hoort te onderbouwen met argumenten, zal hij ook een korte beschrijving moeten geven van wat hij beoordeelt. Lang niet alle krantenlezers hebben zelf het boek gelezen of de voorstelling bezocht. Recensies helpen de lezer om keuzes te maken en hun smaak te ontwikkelen.
Al deze tekstvormen komen voort uit verschillende schrijfdoelen. Sommige zijn objectief, andere subjectief. Als je de krant goed wilt begrijpen, is het belangrijk je telkens te realiseren wat voor soort tekst je leest.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

LEAD
Lead = inleiding van je nieuwsbericht.

Je geeft antwoord op de vraag
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER

Slide 20 - Tekstslide

Wat staat er in een lead?
A
wie, wat, wanneer
B
wie, wat, hoe
C
wie, wat, waar
D
wie, wat, waarom

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een 'lead'?
A
Tijdstip waarop artikel persklaar moet zijn
B
Een advertentie geschreven in de vorm van een artikel
C
de samenvattende eerste alinea, meestal vet gedrukt
D
een beschouwende prozatekst

Slide 22 - Quizvraag

Werk voor de deze les (als er tijd over is) + huiswerk: 

Werkboek deel 2, 4.5, blz. 48, deel 1, 1, 2 en 4 keuzetekst 'Leren met muziek: goed idee of niet?', opdracht 5 t/m 7 + blz. 54, deel 2, opdracht 1 en 4.


Wat  niet af is = huiswerk
Klaar = lezen uit je leesboek
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

  • weet je hoe een nieuwsbericht opgebouwd is en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken;
  • weet je welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

Slide 24 - Tekstslide

Ik weet hoe een nieuwsbericht is opgebouwd en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken.


😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik weet welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 27 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 28 - Open vraag