11/3 zakelijk lezen 4.5 2v nieuwsberichten

  1. Telefoon in de telefoontas en snel gaan zitten.
  2. In stilte pak je je iPad en log in op de LessonUP.
  3. Draai je iPad om.
  4. Pak dan je werkboek, schrift, leesboek en  etui.
  5. Ga in stilte lezen.
timer
20:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  1. Telefoon in de telefoontas en snel gaan zitten.
  2. In stilte pak je je iPad en log in op de LessonUP.
  3. Draai je iPad om.
  4. Pak dan je werkboek, schrift, leesboek en  etui.
  5. Ga in stilte lezen.
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

4.5 opbouw nieuwsbericht, titels en koppen

Slide 2 - Tekstslide

Planning


  • Korte activiteit
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Spelen met woorden: raadsels
Geef iedereen de kans om het raadsel op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe je het in je hoofd.
  • Lees eerst het raadsel en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer je mij hardop zegt, ben ik verdwenen.

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel druppels kunnen er in
een leeg glas?

Slide 6 - Open vraag

Waarom heeft een kale man altijd liefdesverdriet?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe een nieuwsbericht opgebouwd is en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken;
  • weet je welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je van de vorige les over
zakelijk lezen hebt onthouden.

Slide 9 - Woordweb

details, voorbeelden en uitleg
belangrijkste zaken uit een tekst
verzameling zinnen die met elkaar samenhangen
herhaling informatie, toekomst, antwoord vraag
Inleiding
Bijzaak
Hoofdzaak
Alinea
Slot
onderwerp benoemen, nieuwsgierig maken

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is nieuws ook alweer?

Slide 11 - Woordweb

Wat is nieuws?
- actueel;
- belangrijk voor een grote groep mensen;
- het betreft (vaak) een bekend persoon
- feiten 
- objectief



Slide 12 - Tekstslide

Hoe kom je aan nieuws?       
- persfotografen
- sociale media (is dat betrouwbaar?)
- eigen research
- netwerk
- iemand op locatie die verslag doet

Slide 13 - Tekstslide

De krant lezen: waarom en hoe?

De belangrijkste reden om een krant te lezen is kennisnemen van het nieuws: wat is er gaande in de wereld? 
Elke lezer heeft zijn eigen voorkeur en belangstelling, en vrijwel niemand wil alles lezen. Daarom is de krant lezen vaak ook verkennend lezen. Om de lezer hierbij zo goed mogelijk van dienst te zijn, schrijven journalisten hun nieuwsberichten op een speciale manier. 

Slide 14 - Tekstslide

Opbouw van een nieuwsbericht

De opbouw van een nieuwsbericht is niet driedelig: er is geen slot. Wel begint het met een opvallende kop (titel) en een, meestal vetgedrukte, inleiding (in krantenjargon ‘lead’ genoemd) waarin het nieuwsfeit duidelijk wordt beschreven. Wat daarna volgt, is een uitwerking die kort of lang kan zijn.
Hoe verder je doorleest in een nieuwsbericht, des te meer details je tegenkomt. Wanneer je vindt dat je genoeg weet over het onderwerp, stop je met lezen. De schrijver van het bericht houdt rekening met deze manier van lezen.

Slide 15 - Tekstslide

Koppen
Een titel heet in de krant een kop. Een ondertitel is dus een onderkop.
Een tussenkopje in een artikel of nieuwsbericht geeft niet altijd precies aan waar het volgende tekstgedeelte over gaat. Hij past wel bij de eerstvolgende alinea, maar niet bij die daarna. De reden hiervoor is dat tussenkopjes in de krant (of in een tijdschrift) vooral de bedoeling hebben om de tekst leesbaarder te maken. Tussenkopjes hakken de tekst als het ware in stukken en zorgen voor afwisseling door het lettertype, de lettergrootte en eventueel de kleur van de letters. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor titel?
A
kop
B
onderkop
C
alinea
D
hoofdgedachte

Slide 17 - Quizvraag

De kop heeft meer woorden dan de onderkop.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Tekstvormen in de krant (1)

Een krant is, elke dag opnieuw, een rijke verzameling van teksten. Behalve grote en kleine nieuwsberichten staan er allerlei andere tekstvormen in. 
Een sportverslag is bedoeld om de lezer te informeren over een sportgebeurtenis, meestal een wedstrijd. Behalve feiten bevat zo’n verslag vaak ook subjectieve elementen: de journalist laat weten wat hij van de sportprestaties vindt. 
Lezers schrijven e-mails om te reageren op wat ze in de krant hebben gelezen. De redactie kiest zo’n ingezonden brief uit en plaatst hem in de krant. Doordat lezers op deze manier bijdragen aan de discussie over maatschappelijke onderwerpen is de krant ook interactief.
In een recensie geeft de auteur een beoordeling van een boek of een game, een film, een album et cetera. Behalve zijn mening, die hij hoort te onderbouwen met argumenten, zal hij ook een korte beschrijving moeten geven van wat hij beoordeelt. Lang niet alle krantenlezers hebben zelf het boek gelezen of de voorstelling bezocht. Recensies helpen de lezer om keuzes te maken en hun smaak te ontwikkelen.
Al deze tekstvormen komen voort uit verschillende schrijfdoelen. Sommige zijn objectief, andere subjectief. Als je de krant goed wilt begrijpen, is het belangrijk je telkens te realiseren wat voor soort tekst je leest.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

LEAD
Lead = inleiding van je nieuwsbericht.

Je geeft antwoord op de vraag
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER

Slide 21 - Tekstslide

Wat staat er in een lead?
A
wie, wat, wanneer
B
wie, wat, hoe
C
wie, wat, waar
D
wie, wat, waarom

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een 'lead'?
A
Tijdstip waarop artikel persklaar moet zijn
B
Een advertentie geschreven in de vorm van een artikel
C
de samenvattende eerste alinea, meestal vet gedrukt
D
een beschouwende prozatekst

Slide 23 - Quizvraag

Werk voor de deze les (als er tijd over is) + huiswerk: 

Werkboek deel 2, 4.5, blz. 48, deel 1 + deel 2



Wat  niet af is = huiswerk
Klaar = lezen uit je leesboek
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

  • weet je hoe een nieuwsbericht opgebouwd is en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken;
  • weet je welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

Slide 25 - Tekstslide

Ik weet hoe een nieuwsbericht is opgebouwd en hoe koppen, onderkoppen en tussenkoppen werken.


😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet welke tekstvormen je in de krant kunt vinden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 28 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 29 - Open vraag