Gebruik het juiste werkwoord vorm
Vraag jezelf bij iedere vraag af of de actie
nu aan het gebeuren is of
iets dat regelmatig gebeurt of gewoonte.
Gaat het om iets dat NU aan de gang is?
Kies present continuous ww + ing
Is het iets dat regelmatig gebeurt of een gewoonte is?
Kies present simple ww (he, she, it) + s