Taalfout 5: Verkeerd gebruik van woord/uitdrukking
=
Woorden die veel op elkaar lijken kunnen verwart met elkaar worden. Daardoor betekent je zin heel anders dan je bedoelde.
Voorbeeld:
- Op je tong zitten pupillen, die vier smaken herkennen
- Toen mijn oma beroofd werd, begon ze historisch te gillen
- Het meisje die daar loopt, ken ik
- Jij bent veel groter als mij
- Hun zeggen dat de docent ziek is
- Ik ben enigst kind