Aan het eind van de les kun/ weet je:
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Twee woorden of uitdrukkingen die qua betekenis op elkaar lijken zijn door elkaar gehaald.
Vb. Hij rookt als een ketting.
Hij rookt als een ketter of hij is een kettingroker
Over taal blok 5
5.3 Taalfouten opdracht 17 t/m 22