Taal, thema 4, les 15
Ze denken dat ik een misdaad heb gepleegd.
A
Verdachte
B
Commissaris
C
Rechercheur
D
Wijkagent
1 / 13
Onderdelen in deze les
Ze denken dat ik een misdaad heb gepleegd.
A
Verdachte
B
Commissaris
C
Rechercheur
D
Wijkagent
Slide 1 - Quizvraag
Ik werk in één wijk.
A
Verdachte
B
Commissaris
C
Rechercheur
D
Wijkagent
Slide 2 - Quizvraag
Haarfijn
A
heel precies
B
niet precies
Slide 3 - Quizvraag
Het niet op iemand begrepen hebben.
A
Een hekel hebben aan iemand
B
Iemand niet begrijpen.
Slide 4 - Quizvraag
Kijk die prachtige .... eens blinken.
A
figuur
B
smaragd
C
opslaan
D
waarde
Slide 5 - Quizvraag
Deze heeft een .... van 200.000 euro.
A
figuur
B
tevergeefs
C
waarde
D
iets op onze kerfstok hebben
Slide 6 - Quizvraag
.... we naar buiten gaan, moeten we een verstopplek bedenken.
A
opslaan
B
tevergeefs
C
smaragd
D
alvorens
Slide 7 - Quizvraag
Ik weet waar we de smaragd veilig kunnen .... .
A
opslaan
B
iets op onze kerfstok hebben
C
waarde
D
figuur
Slide 8 - Quizvraag
O help, alles is .... geweest!
A
kan ons niks maken
B
figuur
C
waarde
D
tevergeefs
Slide 9 - Quizvraag
Dat ... heeft ons gezien.
A
smaragd
B
figuur
C
iets op onze kerfstok hebben
D
alvorens
Slide 10 - Quizvraag
Hij zal wel vragen of we ...
A
iets op onze kerfstok hebben
B
kan ons niks maken
C
alvorens
D
tevergeefs
Slide 11 - Quizvraag
Nou en? Hij ...
A
iets op onze kerfstok hebben
B
opslaan
C
smaragd
D
kan ons niks maken
Slide 12 - Quizvraag
De inventaris
A
Alle spullen die in een huis, kantoor of winkel staan
B
Alle spullen die in een huis staan
C
Alle spullen die in een kantoor staan
D
Alle spullen die in een winkel staan
