H2 P2 Reactievergelijkingen

Check in  
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Check in  

Slide 1 - Tekstslide

H2 les 2: Reactievergelijkingen 
Leerdoelen:
  1. Je kunt de fase aanduiding van stoffen gebruiken. 
  2. Je kunt uit een beschrijving van een chemische reactie een reactievergelijking opstellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Reactievergelijkingen 
Tijdens een chemische reactie vallen de moleculen van de beginstoffen uit elkaar doordat de atoombindingen verbroken worden. 

Er gaan hierbij geen atomen verloren maar deze worden verbruikt om nieuwe moleculen te vormen. 


Slide 3 - Tekstslide

Van reactie naar vergelijking 
In een reactievergelijking wordt met molecuulformules weergegeven welke stoffen aan de reactie deelnemen.

In de reactievergelijking staan de beginstoffen voor de reactiepijl en de reactieproducten na de reactiepijl. 

Slide 4 - Tekstslide

Van reactie naar vergelijking 
Stappenplan tot een kloppende reactievergelijking. 

Stap 1. Schrijf de woord vergelijking op 

Stap 2. Vervang de woorden voor de molecuulformules (met toestandsaanduiding)

Stap 3. Maak de reactievergelijking kloppend: 
- Controleer welke atomen op (alleen) 2 plaatsen voorkomen. Kies er één en zet coëfficiënten voor die twee formules, zodat aan beide kanten dezelfde hoeveelheid van het gekozen type atoom ontstaat. (kies de laagst mogelijke getallen)
Wat altijd werkt (maar niet altijd de laagste): 3 x 2 = 2 x 3
- Ga verder met het volgende type atoom. Kies er één waarvan je slechts 1 coëfficiënt mist.
- Bij breuken in de vergelijking vermenigvuldig je alle coefficienten om een geheel getal te krijgen. 

Slide 5 - Tekstslide

Van reactie naar vergelijking 
Stappenplan tot een kloppende reactievergelijking. 

Stap 4. Vereenvoudig de reactievergelijking als mogelijk. 

Stap 5. Controleer als alle coefficienten gevuld zijn en als de reactie kloppend is gemaakt. Verwijder alle coëfficiënten die gelijk zijn aan 1. Wanneer een molecuul slechts één keer voorkomt, worden de coëfficiënten niet opgeschreven in je uiteindelijke antwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 1.  



Stap 1. 

Stap 2. 

Stap 3a. 

Stap 3b. 

Stap 4.  Niet mogelijk 

Stap 5. Controle. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 2.   



Stap 1. 

Stap 2. 

Stap 3a. 

Stap 3b. 

Stap 4.  

Stap 5. 

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk V3
Lezen:  H2 paragraaf 2. reactievergelijkingen  
Maken: Opdrachten 1, 2 en 3abcd 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk H3
Lezen:  H2 paragraaf 2. reactievergelijkingen 
Maken: Opdrachten 1 tot en met 3 en 8 (1,2,3). 

Slide 10 - Tekstslide