Clase después de las vacaciones 2HV / 2V

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
  • ¿Qué tal las vacaciones?
  • Repaso

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué necesitas?
  • bolígrafo
  • cuaderno o papel
  • teléfono 
  • chromebook

Slide 3 - Tekstslide

Noteer minimaal 5 verschillende Spaanse woorden die je in de tekening ziet.

Slide 4 - Woordweb


Typ wat je hoort.

Slide 5 - Open vraag


Vertaal de zin die je hoort in het Nederlands

Slide 6 - Open vraag


Typ wat je hoort.

Slide 7 - Open vraag

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 8 - Sleepvraag

los calcetines
la gorra
la falda
el vestido
la camisa
las zapatillas
los vaqueros
los pantalones 
la camiseta
la cazadora
el jersey

Slide 9 - Sleepvraag

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 10 - Sleepvraag

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS

Slide 11 - Sleepvraag

Vertaal de zinnen in het Spaans. 
Noteer de antwoorden voor jezelf.
1. Ik draag een groene trui.
2. Mijn broer draagt een rode broek en een zwart t-shirt.
3. Ik houd van muziek luisteren.

Slide 12 - Tekstslide

ANTWOORDEN
1. Llevo un jersey verde. / Llevo una sudadera verde.
2. Mi hermano lleva unos pantalones rojos y una camiseta negra.
3. Me gusta escuchar música.
4. No voy a la escuela. / No voy al colegio.
5. ¿Qué llevas hoy?

Slide 13 - Tekstslide