3v H1 Formuleren uitwerkingen

Samentrekking controleren
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samentrekking controleren
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2 (grammaticale functie fout)
  • 1. De meivakantie duurt twee weken en besteden we aan een leuke stedentrip.
  • -De meivakantie duurt twee weken en de meivakantie besteden we aan een leuke stedentrip.
  • De woordgroep de meivakantie is in het eerste deel van de zin het onderwerp en in het tweede deel het lijdend voorwerp.

  • 2. Joep was niet zo lekker en daarom na het derde uur naar huis gegaan.
  • Joep was niet zo lekker en Joep was daarom na het derde uur naar huis gegaan.
  • Het woord was is in het eerste deel van de zin een koppelwerkwoord en in het tweede deel een hulpwerkwoord. (Het woord Joep mag je wel weglaten, want Joep heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2 (grammaticale functie fout)
  • 3. De judoka had al diverse behandelingen ondergaan, maar nog steeds veel pijn aan zijn knie.
  • De judoka had al diverse behandelingen ondergaan, maar de judoka had nog steeds veel pijn aan zijn knie.
  • Het woord had is in het eerste deel van de zin een hulpwerkwoord en in het tweede deel een zelfstandig werkwoord. (De woordgroep de judoka mag je wel weglaten, want die heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 3 (vorm of betekenis fout)
  • 1. Els zei: ‘Mijn man werkt veel te hard en daardoor vaak op mijn zenuwen.’
  • Els zei: ‘Mijn man werkt veel te hard en mijn man werkt daardoor vaak op mijn zenuwen.’
  • Het woord werkt heeft in het eerste deel van de zin de betekenis arbeid verrichten en in het tweede deel invloed hebben. (De woordgroep mijn man mag je wel weglaten, want die heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3 (vorm of betekenis fout)
  • 2. De stand-upcomedian verbaasde zich erover dat hij het cabaretfestival had gewonnen en de toeschouwers nog veel meer.
  • De stand-upcomedian verbaasde zich erover dat hij het cabaretfestival had gewonnen en de toeschouwers verbaasden zich nog veel meer.
  • De woorden verbaasde zich zijn in het eerste deel van de zin enkelvoud en moet in het tweede deel meervoud zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3 (vorm of betekenis fout)
  • 3. Rex gaf weinig om zijn stiefdochter, maar haar wel wekelijks wat zakgeld.
  • Rex gaf weinig om zijn stiefdochter, maar Rex gaf haar wel wekelijks wat zakgeld.
  • Het woord gaf (om) heeft in het eerste deel van de zin de betekenis houden van; belangrijk vinden en in het tweede deel overhandigen. (Het woord Rex mag je wel weglaten, want dat heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3 (vorm of betekenis fout)
  • 4. Nam de winkeldief enkele dure horloges weg en daarna snel de benen?
  • Nam de winkeldief enkele dure horloges weg en nam de winkeldief daarna snel de benen?
  • Het woord nam heeft in het eerste deel van de zin de betekenis pakken; stelen en is in het tweede deel onderdeel van de uitdrukking de benen nemen (= ervandoor gaan). (De woordgroep de winkeldief mag je wel weglaten, want die heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)



Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 1. De wind op Texel was stormachtig en konden de fietsers nauwelijks trotseren.
  • De wind op Texel was stormachtig en de wind op Texel konden de fietsers nauwelijks trotseren.
  • - De woordgroep de wind op Texel is in het eerste deel van de zin het onderwerp en in het tweede deel het lijdend voorwerp. Het gaat om (B) functie.
  • - Verbeterde zin: De wind op Texel was stormachtig en die konden de fietsers nauwelijks trotseren.



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 2. Elsje trok gekke gezichten naar de voorbijgangers en zich niets aan van de waarschuwingen van haar moeder.
  • Elsje trok gekke gezichten naar de voorbijgangers en Elsje trok zich niets aan van de waarschuwingen van haar moeder.
  • - Het woord trok betekent in het eerste deel van de zin vormgeven en is in het tweede deel onderdeel van het werkwoord zich aantrekken met de betekenis rekening houden (met). Het gaat om (A) betekenis. (Het woord Elsje mag je wel weglaten, want dat heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)
  • - Verbeterde zin: Elsje trok gekke gezichten naar de voorbijgangers en trok zich niets aan van de waarschuwingen van haar moeder.



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 3. Die econoom heeft weliswaar vele jaren gestudeerd, maar daardoor nu wel een topfunctie.
  • Die econoom heeft weliswaar vele jaren gestudeerd, maar die econoom heeft daardoor nu wel een topfunctie.
  • - Getal, betekenis en functie (onderwerp) van de woordgroep die econoom zijn in het eerste en het tweede deel van de zin hetzelfde. Je mag die econoom dus weglaten. Het woord heeft is in het eerste deel van de zin een hulpwerkwoord en in het tweede deel een zelfstandig werkwoord. Het gaat om (B) functie.
  • - Verbeterde zin: Die econoom heeft weliswaar vele jaren gestudeerd, maar heeft daardoor nu wel een topfunctie.


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 4. Veel auto’s worden in Duitsland gekocht en daarna in Nederland geïmporteerd.
  • Veel auto’s worden in Duitsland gekocht en veel auto’s worden daarna in Nederland geïmporteerd.
  • - Getal, betekenis en functie (onderwerp) van de woordgroep veel auto’s zijn in het eerste en het tweede deel van de zin hetzelfde. Je mag veel auto’s dus weglaten. Getal, betekenis en functie (hulpwerkwoord) van het woord worden zijn in het eerste en het tweede deel van de zin hetzelfde. Ook worden mag je weglaten.
  • - Deze samentrekking is dus correct.


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 5. Dit boek is superspannend en moet je echt lezen, zodra je er tijd voor hebt.
  • Dit boek is superspannend en dit boek moet je echt lezen, zodra je er tijd voor hebt.
  • - De woordgroep dit boek is in het eerste deel van de zin het onderwerp en in het tweede deel het lijdend voorwerp. Het gaat om (B) functie.
  • - Verbeterde zin: Dit boek is superspannend en dat moet je echt lezen, zodra je er tijd voor hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 4 
  • 6. In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar ook volleyballen, rackets en hockeysticks.
  • In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar in de etalage lagen ook volleyballen, rackets en hockeysticks.
  • - Getal, betekenis en functie (bijwoordelijke bepaling) van de woordgroep in de etalage zijn in het eerste en het tweede deel van de zin hetzelfde. Je mag in de etalage dus weglaten. Het woord lag is in het eerste deel van de zin enkelvoud en moet in het tweede deel meervoud zijn. Het gaat om (C) getal.
  • - Verbeterde zin: In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar lagen ook volleyballen, rackets en hockeysticks.

Slide 13 - Tekstslide