Klooster, 3

Klooster
Les 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klooster
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Waar was Norbert in het klooster aan het werk
A
Kapittelzaal
B
Refter
C
Schrijfzaal
D
Kaasmakerij

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de Latijnse naam voor de schrijfzaal en met wat schreven ze daar?
A
Refter - kroontjespen
B
Momentum - ganzenveer
C
Scriptorium - kroontjespen
D
Scriptorium - ganzenveer

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Waar is de schrijfzaal en wat zie je daar?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Waaraan kun je zien dat dit een schrijfzaal of een scriptorium is?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het doel van een monnik of non?

Slide 8 - Open vraag

Om God te dienen.
Wat vind je daarvan?
Waarom willen ze juist in een klooster God dienen?
Wat heeft de stilte daarmee te maken?

Slide 9 - Tekstslide

Kun je buiten het klooster de Heere dienen?

Hoe doe je dat?
Waarom doe je dat?
Heb jij ook stille tijd? 
Hoelang moet dat duren?

Slide 10 - Tekstslide

Mensen die in een klooster gaan, worden altijd monniken genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Monniken zingen en bidden op vaste tijden in de kloosterkerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De abt is de baas van een klooster
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is waar?
Waarom wonen ze in een klooster?
A
Ze vinden lawaai niet fijn
B
Ze kunnen God daar het beste dienen.
C
Ze hebben geen familie meer

Slide 14 - Quizvraag

Zingen en bidden
Geneeskrachtige planten verbouwen
Overschrijven van boeken
Luisteren naar een preek
Eten van maaltijden
Refter
Scriptorium
Kapittelzaal
Kloostertuin
Kloosterkerk

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe worden mooi versierde letters en plaatjes genoemd?
A
Miniatuurschilderij
B
Illustratie
C
Miniatuur
D
Modeltekeningen

Slide 16 - Quizvraag

Als een novice zijn taak niet goed deed, kreeg hij extra werk en geen eten. Waarom was dat?
A
Leren gehoorzamen, later een goede monnik worden
B
goed luisteren naar monniken
C
hard doorwerken, zodat de taak sneller klaar is

Slide 17 - Quizvraag