Argumenteren - oefenen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

ARGUMENTEREN
Dit zijn de vragen zoals je ze op de toets kunt verwachten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Zet de argumentatie van alinea 1 in het blokjesschema.
Standpunt
Argument

Argument

Argument

Argument

Dat een leraar geschorst is wegens het zoenen met een leerlinge, is een opmerkelijk bericht.
Je zou denken dat de man en het meisje zelf mogen uitmaken of ze met elkaar zoenen of niet.
Het gaat hier om twee meerderjarige mensen.
Het is onbegrijpelijk dat dit nu opeens het 
nieuws haalt.
Dat mannen dingen uitspoken met (meerderjarige) meisjes – dat is (immers) iets van alle tijden.

Slide 5 - Sleepvraag

Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? Kies uit:
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige argumentatie

Slide 6 - Quizvraag

Het gaat hier om twee meerderjarige mensen
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 7 - Quizvraag

Je zou denken dat de man en het meisje zelf mogen uitmaken of ze met elkaar zoenen of niet
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 8 - Quizvraag

Het is onbegrijpelijk dat dit nu opeens het nieuws haalt.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 9 - Quizvraag

Dat mannen dingen uitspoken met (meerderjarige) meisjes – dat is (immers) iets van alle tijden.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 10 - Quizvraag

Het is heel vreemd dat er zoveel ophef was rond Berlusconi en een 17-jarige callgirl. (alinea 2) Zet de argumentatie bij dit standpunt in een blokjesschema.

Slide 11 - Open vraag

Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? Kies uit:
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige argumentatie

Slide 12 - Quizvraag

‘Dat het liefde kon zijn, kwam bij de professionele cynici kennelijk niet op.’ (alinea 3) Noteer het argument dat de schrijver hiervoor geeft.

Slide 13 - Open vraag

Van welk argumentatieschema is hier sprake? Kies uit:
A
autoriteit
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 14 - Quizvraag

‘Een oudere vrouw die een jonge man aan de haak slaat, is immers een cougar met een toyboy, een vrouw die haar seksualiteit beleeft en wat al niet.’ (alinea 4) Bij welk standpunt is dit een argument?

Slide 15 - Open vraag

Aan welk signaalwoord kun je het standpunt herkennen?

Slide 16 - Open vraag

‘Het blijft natuurlijk vreemd dat we enerzijds collectief taboes afwijzen, terwijl we anderzijds met nieuwe verboden behept worden. We hebben dus kennelijk een onuitroeibare psychische behoefte aan grenzen aan wat is toegestaan.’ (al. 9) Van welk argumentatieschema is in deze zinnen sprake? Kies uit:
A
autoriteit
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 17 - Quizvraag

In alinea 11 en 12 geeft de schrijver argumenten voor zijn standpunt dat het taboe op oudere mannen met jongere vrouwen niet deugt. Noteer het argument dat de auteur in alinea 11 geeft.

Slide 18 - Open vraag