klas 2 theorie h.1 + h.2 LEZEN

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

klas 2 

h.2 LEZEN

Wat doen we deze les?

• We bespreken en de theorie van h.2 LEZEN
• We oefenen met de tekstverbanden
• Jullie gaan verder werken aan h.2 LEZEN
• Let op: morgen inleveren folder boek 1

 

Tekstverbanden	Signaalwoorden
Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets vindt of doet.	omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, vanwege
Omdat het regent, neem ik een paraplu mee.

Tekstverbanden	Signaalwoorden
Een oorzakelijk verband laat zien waardoor iets gebeurt (waarop je geen invloed hebt)	doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij, door te
Doordat het regende, werden de straten nat.

Tekstverbanden	Signaalwoorden
Bij een concluderend verband trekt de auteur een conclusie uit informatie eerder in de tekst.	dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook
Ik heb deze maand niet veel geld, dus ik zal een zaterdagbaantje moeten nemen.

Tekstverbanden	Signaalwoorden
Met een vergelijkend verband maakt de auteur iets duidelijk door een verschil of overeenkomst te noemen.	in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met.
Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger.

Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op, zoals malaria en het zika-virus.

1. tegenstellend verband
2. toelichtend verband
3. oorzakelijke verband
4. concluderend verband

We zijn nog geen 18 jaar, dus we mogen nog geen alcohol kopen

1. vergelijkend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijke verband
4. concluderend verband

Mijn kapster heeft haar arm gebroken, daardoor kan ze mijn haar nu niet knippen.

1. tegenstellend verband
2. toelichtend verband
3. oorzakelijke verband
4. concluderend verband

Ik ga vandaag eerder weg, want ik moet nog boodschappen doen. 

1. vergelijkend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijke verband
4. concluderend verband

Myrthe is net als haar zusje erg goed in wiskunde.

1. vergelijkend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijke verband
4. concluderend verband

Ga aan de slag met het huiswerk:

Maak De Brug opdracht 3 af (blz.241 en verder). 

Werk aan je folder - morgen inleveren!

klaar: werk aan h.2 LEZEN opdr.1 (blz.43 en verder)

Startopdracht (blz. 42)

Tekst 1: Hoe de stenen Death Valley kunnen wandelen

Iedereen weet: stenen horen niet te wandelen. 1 … de rotsen in Death Valley (VS) wandelen wél: in het zand bij de rotsen staat altijd een streep van soms honderden meters lang. Al sinds 1948 doen wetenschappers pogingen om dit te verklaren. Er is 2 … een theorie dat zandhozen (ongevaarlijke wervelwinden) de oorzaak zijn. 

3 … bedachten twee wetenschappers een plan: ze installeerden camera’s in Death Valley. Op sommige stenen plaatsten ze een gps-apparaatje, dat data verzamelde over twee zaken: de ‘loopsnelheid’ 4 … de plek van de stenen. 

Kort daarop was het raak: midden in de nacht zagen de onderzoekers de honderden kilo’s zware rotsen uit zichzelf bewegen! Deze wandeling is eenvoudig te verklaren. 

De temperatuur zakt ’s nachts tot onder nul. Als het heeft geregend, vormt zich in de nachtelijke uren een klein laagje ijs om de stenen. En dan gebeurt het: eerst breekt het ijs in stukken, 5 … worden met de harde woestijnwind kleinere stukjes ijs over een onderliggend laagje water geblazen en die nemen de stenen mee. Ze ‘zeilen’ 6 … met steen en al over de vlakte.