KB 2 Bewegen

Hoofdstuk 2         

             Bewegen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2         

             Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Tips voor de toets:
  • uitgerust aan de toets beginnen;
  • zorg dat je wat gegeten en gedronken hebt;
  • zorg dat je naar de wc geweest bent;
  • lees de vraag goed;
  • sla vragen die je even niet weet over,              maak deze als laatste;
  • geef antwoord op de vraag;
  • beantwoord alle vragen, als je het echt niet weet, dan gok je wat het antwoord zou kunnen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Nijkijken hoofdstuk 2


Proefwerk maandag 28 november:
hoofdstuk 2 = blz. 55 t/m 97

Lees voor de volgende les 3.1 een keer goed door.



Slide 3 - Tekstslide

Wat ging er mis bij hoofdstuk 1?

Slide 4 - Tekstslide

Bij welk orgaanstelsel horen de volgende organen?
hart
darmen
mondholte

  • Hier wordt dus gevraagd naar een orgaanstelsel.
  • Het antwoord moet dus één van de orgaanstelsels zijn.
  • Bv. beenderstelsel/skelet of verteringsstelsel of ademhalingsstelsel of bloedvatenstelsel.

Slide 5 - Tekstslide

In welke tekening teken je precies wat je ziet? 


Wat maak je van een lijst met gegevens? 

Wat teken je als je de buitenkant van een organisme tekent?

Slide 6 - Tekstslide

In welke tekening teken je precies wat je ziet? 


Wat maak je van een lijst met gegevens? 

Wat teken je als je de buitenkant van een organisme tekent?

Slide 7 - Tekstslide

Noem vier verschillende manieren waarop een dierenarts kan waarnemen of een konijn ziek is. 

  • Hier vragen ze naar 4 manieren van waarnemen.
  • Zorg dat je 4 verschillende manieren noemt.
  • Het goede antwoord is: kijken, voelen, ruiken, horen.
  • Dus niet 4 manieren waarop de dierenarts kan voelen. Of 4 dingen waar de dierenarts naar kan kijken. 
  • Dat telt namelijk als één manier van waarnemen.

Slide 8 - Tekstslide

Tips om de vragen bij
hoofdstuk 2 nog beter te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik bij het leren van plaatjes verschillende afbeeldingen.
Zo voorkom je dat je de volgorde gaat leren i.p.v. de onderdelen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heb je geleerd? vul de vragenlijst in

https://forms.gle/a4broCK88Vv4hvfM9

Slide 11 - Tekstslide

Zorg dat je 
de begrippen 
kunt uitleggen.

Slide 12 - Tekstslide

Praktische opdracht:
Vergelijk de skeletten van 
vissen, vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen.

Slide 13 - Tekstslide

Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur dezelfde botten in dezelfde kleur.

Slide 14 - Tekstslide

Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur (met potlood)
dezelfde botten in 
dezelfde kleur.
Zoogdieren
Vissen
Vogels
Amfibieën
Reptielen

Slide 15 - Tekstslide

Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Vissen
Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur (met potlood)
dezelfde botten in 
dezelfde kleur.

Slide 16 - Tekstslide

De kleur van het vlees is afhankelijk van een aantal factoren. Zo is vlees van een jonger dier lichter dan dat van een ouder dier. Ook kan de kleur veranderen wanneer vlees minder vers is. Maar hoe jong een kalf ook is, het vlees zal nooit lichter zijn van dat van een kip. Hoe zit dat dan?

Myoglobine
De kleur van het vlees wordt voor het grootste gedeelte bepaald 
door het eiwit myoglobine. Hoe meer myoglobine vlees bevat, 
hoe roder het is. Hoeveel myoglobine vlees bevat is weer 
afhankelijk van het soort spiervezel (vlees = spier). 
Die bestaan er in twee types: type 1 en type 2.

Type spiervezels
Rood vlees bevat veel type 1 spiervezels. Deze spiervezels kunnen lang en relatief intensief gebruikt worden zonder snel moe te worden. Denk aan staan, grazen of in sommige gevallen zelfs zwaar werk verzetten zoals een ploeg voorttrekken. Deze spiervezels zie je dus terug bij runderen, paarden, schapen en varkens. 'Wit' vlees bevat meer type 2 spiervezels. Dieren met deze spiervezels kunnen makkelijk snelle en korte bewegingen maken. Dit soort spiertype zie je terug bij pluimvee. Ahà!



Waarom is kippenvlees licht en rundvlees rood?

Slide 17 - Tekstslide