BS 8.4 Afvalstoffen 4VZ

Welkom!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!!

Slide 1 - Tekstslide

BS 8.4 Afvalstoffen

Slide 2 - Tekstslide

Welke stoffen moeten vanaf het bloed naar de lichaamscellen?
A
zuurstof en zetmeel
B
koolstofdioxide en water
C
zuurstof en glucose
D
koolstofdioxide en zuurstof

Slide 3 - Quizvraag

Lymfe

Slide 4 - Woordweb

Wat is bloedplasma?
A
Vloeibare deel van het bloed
B
Een type bloedcel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is weefselvloeistof?
A
Vloeistof tussen de cellen van weefsels
B
Het bloedplasma wat uit de aderen is gelekt
C
Het bloedplasma wat uit de haarvaten is gelekt
D
zowel a als c

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen 8.4
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je bloed halen.
  2. Je kunt de werking van de lever uitleggen.
  3. Je kunt de werking van de nieren uitleggen

Slide 7 - Tekstslide

Uitscheidingsorganen
Door verbranding en andere processen in het lichaam ontstaan afvalstoffen. 

De afvalstoffen komen in het bloed terecht.
Het bloed verandert daardoor de hele tijd van samenstelling.

Het lichaam wil het liefst de samenstelling van het bloed zoveel mogelijk gelijk (constant) houden. De uitscheidingsorganen helpen hierbij 

Slide 8 - Tekstslide

Welke taken heeft de lever.
1. De lever zorgt voor afbreken en omzetten van stoffen.

2. De lever maakt stoffen.

3. De lever slaat stoffen op. 

Slide 9 - Tekstslide

1. Omzetten en afbreken van stoffen 
1. Giftige stoffen afbreken, zoals alcohol en medicijnen en omzetten in onschadelijke stoffen. 
2. Overtollige eiwitten afbreken, daarbij ontstaat ureum ==> nieren
3. 'Versleten' rode bloedcellen afbreken. IJzer uit de hemoglobine opslaan en de rest uit het lichaam verwijderen. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Het maken van stoffen 
1. De lever maakt gal.
2. De lever maakt cholesterol


Slide 11 - Tekstslide

3. Het opslaan van stoffen 
1. De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.
2. De lever slaat vitaminen A en D op.
3. IJzer opslaan

Slide 12 - Tekstslide

Waar krijgt de lever bloed vandaan?
1. Leverslagader
Brengt zuurstofrijk bloed naar de lever. 

2. Poortader
De poortader, brengt zuurstofarm bloed, maar rijk aan voedingsstoffen naar de lever.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zou de darm hier niet bij staan als uitscheidingsorgaan?

Slide 14 - Open vraag

Welke afvalstoffen komen vrij bij verbranding?

Slide 15 - Open vraag

Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van gal?

Slide 17 - Open vraag

Waarom kan een te hoog cholesterol-gehalte gevaarlijk zijn?

Slide 18 - Open vraag

Nieren
1. Het lichaam heeft 2 nieren.
2. De nieren liggen aan de achterzijde in de buikholte.
3. 2 urineleiders verbinden de nieren met de urineblaas.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat filteren nieren uit het bloed?
1. Afbraakproducten van de lever. Wat was dat ook al weer?
2. Overtollige stoffen, dus stoffen waar je er teveel van hebt in het lichaam; bijvoorbeeld water, zouten en zelfs sommige vitaminen.
3. Overbodige stoffen, stoffen die je lichaam niet nodig heeft, zoals kleurstoffen. 

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel liter urine ontstaat er per dag in jouw nieren?
A
0.5 liter
B
1 liter
C
1.5 liter
D
2.0 liter

Slide 22 - Quizvraag

Hoe gaat de nier te werk?
1. Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen de nier binnen.
2. In de nierschors zitten miljoenen filtertjes, deze halen de afvalstoffen uit het bloed. 
3. Het niermerg bevat buisjes, die de afvalstoffen met water opvangen ==> = urine
4. De urine gaat via het nierbekken en de urineleiders naar de urineblaas. 

Slide 23 - Tekstslide

De huid
Afvoer van water en zouten via de zweetklieren

Slide 24 - Tekstslide

Uitscheiden van CO2 - water

Slide 25 - Tekstslide

Maakwerk :)
Hoofdstuk 8.1 t/m 8.4 online

Slide 26 - Tekstslide