Laatste oefening voorbereiding CSE 6v

Tekst 1: Emancipatie houdt niet op met het bereiken van een zekere keuzevrijheid
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Tekst 1: Emancipatie houdt niet op met het bereiken van een zekere keuzevrijheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Kan betogende teksten lezen waaronder teksten met een ingewikkelde argumentatie, of artikelen waarin de schrijver (impliciet) een standpunt inneemt of beschouwing geeft.
  • Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten. Maakt onderscheid tussen standpunt en argument. 
  • Herkent argumentatieschema’s. 
  • Kan van een tekst een goed geformuleerde samenvatting maken die los van de uitgangstekst te begrijpen valt. 
  • samenvatten / examentraining

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examentekst?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst en arceer signaalwoorden en kernzinnen


10 minuten de tijd

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Upload een foto van je antwoord

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin hoort niet in een samenvatting van de tekst thuis?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag

Toelichting:
Antwoord D is slechts een aanloopje of voorbeeld voor de bewering bij C, dus D hoort niet in de samenvatting thuis.
OPDRACHT 3 (3 punten)

Maak een samenvatting van de alinea's 5 en 6 in maximaal 35
woorden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 3 (3 punten)
Maak een samenvatting van de alinea's 5 en 6 in maximaal 35 woorden.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 2: Speel met de spelling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Kan betogende teksten lezen waaronder teksten met een ingewikkelde argumentatie, of artikelen waarin de schrijver (impliciet) een standpunt inneemt of beschouwing geeft.
  • Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten. Maakt onderscheid tussen standpunt en argument. 
  •  Herkent argumentatieschema’s. 
  • Kan van een tekst een goed geformuleerde samenvatting maken die los van de uitgangstekst te begrijpen valt. 
  • samenvatten / examentraining

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst en arceer signaalwoorden en kernzinnen

5 minuten de tijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem staat centraal in deze tekst?

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Toelichting: in alinea II wordt het probleem van de te moeilijke spelling uitgebreid uitgelegd. In alinea III wordt dit probleem expliciet genoemd.
Antwoord A is fout: in de tekst staat dat de spellingmakers de taal beschouwen als iets onveranderlijks. Dat is wat anders dan zeggen dat de taal te veel verandert.
Antwoord C is fout: dit staat inderdaad in de tekst, maar het onderdeel van het grotere probleem, namelijk dat daardoor de spelling te moeilijk is geworden.
Antwoord D is fout: dit is meer een gevolg van het hoofdprobleem. Als de spelling te moeilijk is, maken meer mensen fouten en komen daardoor niet vooruit.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande zinnen vat het beste de boodschap samen van de tekst 'Speel met spelling'?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

A
Toelichting: in A komt het hoofdprobleem aan de orde, wordt het belang ervan in kern van de zaak aangestipt (maatschappelijke strop) en het belangrijkste argument (goed kunnen omgaan met variatie) waarom er meer met spelling gespeeld moet worden. Er staan ook geen voorbeelden in.
Antwoord B: bevat een voorbeeld (1,3 miljoen laaggeletterden), dat hoort niet in een samenvatting thuis. Ook de regel 'toch moeten mensen laten zien dat ze correct kunnen schrijven' is een onderdeel van het algemener gesteld 'de maatschappelijke strop' uit antwoord A.
Antwoord C: de eerste zin is een aspect van het meer algemeen geformuleerde 'maatschappelijke strop' uit antwoord A. Bovendien wordt er in de laatste zin niks gezegd  over de spelling van de taal, alleen over de taal zelf. Het gaat juist om het spelen met de spelling, niet zozeer het spelen met de taal. 
Antwoord D: opnieuw wordt in het eerst deel een aspect genoemd van de 'maatschappelijke strop' uit antwoord A. Bovendien staat er een voorbeeld in (d/t-fouten) dat niet in een samenvatting thuishoort.
Tekst 3: Laten we het woordje 'u' in ere herstellen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Kan betogende teksten lezen waaronder teksten met een ingewikkelde argumentatie, of artikelen waarin de schrijver (impliciet) een standpunt inneemt of beschouwing geeft.
  • Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten. Maakt onderscheid tussen standpunt en argument.
  • Herkent argumentatieschema’s. 
  • Kan van een tekst een goed geformuleerde samenvatting maken die los van de uitgangstekst te begrijpen valt. 
  • Samenvatten / examentraining

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst en arceer signaalwoorden en kernzinnen

10 minuten de tijd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 1 (3 punten)

Vat samen wat de schrijvers in alinea 9 t/m 11 beweren over de verhouding tussen mannen en vrouwen. Gebruik voor je antwoord maximaal 25 woorden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vat samen wat de schrijvers in alinea 9 t/m 11 beweren over de verhouding tussen mannen en vrouwen. Gebruik voor je antwoord maximaal 25 woorden.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag staat centraal in alinea's 12 en 13?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quizvraag

D
Toelichting: in alinea XI wordt deze vraag al gesteld, de rest is onderdeel van de beantwoording van die vraag.
Opdracht 3 (6 punten)
Maak een samenvatting van de tekst in maximaal 50 woorden, waarin het betoog van auteurs centraal staat.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maak een samenvatting van de tekst in maximaal 50 woorden, waarin het betoog van auteurs centraal staat.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde

Heel erg veel succes gewenst tijdens jullie CSE Nederlands! Ik heb vertrouwen in jullie!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies