Nederlands herhaling fictie perron 1 vk2

Nederlands herhaling fictie perron 1

post-its op tafel mag je vanaf blijven. Die hebben we straks nodig!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederlands herhaling fictie perron 1

post-its op tafel mag je vanaf blijven. Die hebben we straks nodig!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je zelf al over de onderwerpen van perron 1?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les heeft de leerling geoefend met...
- tijdversnelling en tijdvertraging
- het vinden van een hoofdpersoon.
- het verschil tussen een ik-perspectief en een hij/zij-perspectief.
- een terugblik in een verhaal. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdversnelling en tijdvertraging
Tijdversnelling: stukken over slaan die niet belangrijk zijn.
Doel: zorgen dat het verhaal niet te lang en saai wordt. 

Tijdvertraging: niets overslaan, maar juist heel precies dingen beschrijven. Het verhaal duurt hierdoor langer. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je een hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal.
Van hem of haar kom je heel veel te weten:
wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs, enz;
hoe ze eruit zien: kleur haar, soort kleding, enz;
wat ze denken en voelen;
hoe ze met problemen omgaan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de hoofdpersoon uit de vorige tekst?

Slide 7 - Open vraag

De hoofdpersoon van het verhaal is de raaf. Dit komt omdat het verhaal vooral om hem draait: zijn handelingen, gedachten en emoties worden beschreven. De raaf maakt een fout door zich te laten verleiden door de vleierij van de vos, wat leidt tot het verlies van zijn stuk vlees. Dit maakt hem de centrale figuur in de fabel.
Waar heb je opgelet tijdens het vinden van deze hoofdpersoon?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertelperspectieven
1. ik-perspectief Het wordt verteld in de ik-vorm
                                        subjectief
                                        niet zo betrouwbaar
2. hij/zij perspectief Het wordt verteld in de hij/zij-vorm
                                              betrouwbaarder

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welk perspectief is het verhaal van vos en raaf geschreven.
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief
C
zowel ik als hij/zij-perspectief
D
geen van alle

Slide 10 - Quizvraag

Het verhaal is geschreven in het hij-perspectief (derde persoon). Dit betekent dat de verteller van buitenaf over de raaf en de vos vertelt, zonder zelf een personage in het verhaal te zijn. Woorden zoals "hij" en "zijn" geven aan dat het geen ik-perspectief is.
Terugblik/flashback
Een flashback is een ander woord voor terugblik
In het verhaal gaat de lezer terug naar het verleden.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het wanneer de schrijver niet belangrijke stukken weg laat?
A
tijdvertraging
B
tijdverantwoording
C
tijdversnelling
D
tijdverkorting

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een tijdversnelling?
A
De tijd sneller laten gaan, omdat er weinig tijd is.
B
De tijd sneller laten gaan, omdat de schrijver haast heeft.
C
De tijd sneller laten gaan, zodat het niet te lang en saai wordt.
D
Een tijdversnelling heeft geen doel.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op als je een hoofdpersoon zoekt?
A
hoe vaak zijn/haar naam voor komt.
B
hoe ze er uit zien: kleding of haarkleur.
C
wat ze denken of voelen
D
wat voor karakter ze hebben.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ik-perspectief is betrouwbaarder dan de hij/zij-perspectief.
A
niet waar
B
waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

klaar met de herhaling van perron 1.

Post-it: Schrijf voor jezelf op wat je vragen zijn over de onderwerpen van dit perron. Deze behandelen we na de vakantie (5 min).
Extra: maken zelftest perron 1.

Succes met leren!!!!!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies