2012 1e tijdvak opgave 7: Vogelaarwijken

Examenopgave Vogelaarwijken 
Havo 2012 opgave 7
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examenopgave Vogelaarwijken 
Havo 2012 opgave 7

Slide 1 - Tekstslide

vraag 26:
Beredeneer voor welke groep bewoners de wijk Geitenkamp oorspronkelijk is
gebouwd. 
Mevrouw Vogelaar, in 2007 minister voor Wonen, Wijken en Integratie, heeft op basis van een aantal criteria vier probleemwijken in Arnhem aangewezen. Deze 
moesten van een probleemwijk in een prachtwijk veranderen. Het gaat om de wijken: Arnhemse Broek, Klarendal, Malburgen en Presikhaaf-West. Deze wijken zijn in bron 2 dikgedrukt weergegeven. Nadat de wijken bekend waren gemaakt, vroeg men zich in Arnhem af waarom juist voor deze wijken was gekozen en bijvoorbeeld niet voor de wijk 
Geitenkamp (8). 


Slide 2 - Tekstslide

- percentage huurwoningen is 98,7%,dit betekent dat
-de wijk gebouwd is voor sociaal-economisch lagere klasse/arbeidersklasse

Slide 3 - Tekstslide

De vier wijken die door de minister zijn aangewezen, verschillen van de meeste
andere wijken in Arnhem.
Geef met behulp van twee criteria uit de bron aan waarin de vier aangewezen
wijken verschillen van de meeste andere wijken in bron 2. 

Slide 4 - Tekstslide

opgave 27
Geef met behulp van twee criteria uit de bron aan waarin de vier aangewezen
wijken verschillen van de meeste andere wijken in bron 2. 
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
− De vier wijken hebben een lager geïndexeerd huishoudinkomen.
− In de vier wijken wonen relatief veel allochtonen.
− De vier wijken hebben een relatief hoog aandeel WWB-uitkeringen.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 28
Om van een probleemwijk een prachtwijk te maken, moet aandacht worden
besteed aan de veiligheid in de openbare ruimte.

 Geef twee voorbeelden van maatregelen die de gemeente in de openbare ruimte
kan nemen om deze veiliger te maken. 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 28
Om van een probleemwijk een prachtwijk te maken, moet aandacht worden
besteed aan de veiligheid in de openbare ruimte.

 Geef twee voorbeelden van maatregelen die de gemeente in de openbare ruimte
kan nemen om deze veiliger te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

vraag 28
Voorbeelden van juiste maatregelen zijn:
− straatverlichting aanbrengen
− meer toezicht houden / meer blauw op straat
− het openbaar groen beter onderhouden (om de openbare ruimte
overzichtelijker te maken)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het meest opvallende verschil tussen de leeftijdsopbouw van het centrum
en die van de wijk Rijkerswoerd?
Beredeneer hoe dit verschil is ontstaan. 

Slide 10 - Tekstslide

29. Wat is het meest opvallende verschil tussen de leeftijdsopbouw van het centrum
en die van de wijk Rijkerswoerd?
Beredeneer hoe dit verschil is ontstaan. 
Het centrum heeft veel minder 0-14 jarigen dan de wijk Rijkerswoerd 1 (verschil)
Voorbeelden van een juiste redenering zijn:
• Het centrum is een drukke woonomgeving / In het centrum zijn veel
kleine woningen / veel woningen zonder tuin 1
• zodat het een minder geschikte woonomgeving is voor mensen met
jonge kinderen 1
of
• De wijk Rijkerswoerd is een relatief nieuwe woonwijk 1
• waar relatief veel starters / gezinnen met jonge kinderen zijn komen
wonen 1 

Slide 11 - Tekstslide

objectieve sociale veiligheid = op basis van aangiften, dus cijfers
subjectieve sociale veiligheid = veiligheid op basis van gevoel

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemt men wijken die in 2007 aangewezen zijn door de toenmalige minister als probleemwijken.
A
Krachtwijken
B
Prachtwijken
C
Vogelaarwijken
D
Achterstandswijken

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel wijken zijn destijds aangewezen als probleemwijk?
A
40
B
50
C
60
D
70

Slide 14 - Quizvraag

Is het beleid dat sinds 2000 in de wijk Klarendal wordt gevoerd een voorbeeld van een vogelaarwijk?
A
Ja, want het was een achterstandswijk
B
Nee, het Vogelaarbeleid bestaat pas sinds 2007
C
Ja, want de problemen zijn nu opgelost
D
Nee, er speelde hele andere problemen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van de problemen in Klarendal?
A
Urbanisatie van sociaal economisch lagere klasse
B
Suburbanisatie sociaal economisch hogere klasse
C
Immigratie van allochtonen
D
Vertrek ondernemers

Slide 16 - Quizvraag

Na verpaupering heeft men de woningen in de wijk opgeknapt, dit noem je.....
A
restaureren
B
herstructureren
C
stadsvernieuwing
D
renoveren

Slide 17 - Quizvraag

Winkels vertrokken uit Klarendal. Waardoor gebeurde dit?
A
Winkels haalde de reikwijdte niet meer.
B
Winkels haalde de drempelwaarde niet meer.
C
Winkels haalde het draagvlak niet meer.
D
Het verzorgingsgebied van winkels werd kleiner.

Slide 18 - Quizvraag

Welke sector werd de motor achter de wederopstandig van Klarendal?
A
Primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
creatieve sector

Slide 19 - Quizvraag

Welke begrippen zijn nu van toepassing op Klarendal?
A
sociaal economisch hogere klasse, gentrification, yup, dinki
B
Sociaal economisch lagere klasse, gentrification
C
Verpaupering, segregatie en criminaliteit
D
sociaal economisch hogere klasse, suburbanisatie, veiligheid

Slide 20 - Quizvraag

De oorspronkelijke bewoners vinden niet alle ontwikkelingen tof. De komst van mensen van buitenaf bevordert niet altijd de...................................
A
re-urbanisatie
B
werkgelegenheid
C
sociale cohesie
D
compacte stad

Slide 21 - Quizvraag