In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Themales 2.5
gelukkige procenten
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les 2.4
Paralympische spelen
verhoudingstabel
Slide 2 - Tekstslide
Rekendoelen
Je herkent en begrijpt percentages in deel- geheel situaties;
Je herkent en begrijpt percentages bij toe- en/ of afname;
Je herkent en begrijpt percentages in situaties waarin je percentages moet vergelijken.
Slide 3 - Tekstslide
Met welke smiley kijk je terug op het weekend?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
In welke situaties in het dagelijks leven kom je procenten tegen?
Slide 5 - Woordweb
Procent
Procent betekent letterlijk 'van de 100'.
1 procent betekent dus 1 van de 100 en 100 procent is 100 van de 100.
Vaak wordt gezegd: '100% is alles'. Maar let op, kijk steeds goed wat je dan bedoelt.
Heb je te maken met verandering in percentages, dan geldt: 100% is het totaal of geheel waar je van uitgaat, voordat er iets af gaat of bij komt.
Slide 6 - Tekstslide
Een laptop kost inclusief 21% btw € 598,95 Wat kost de laptop zonder btw?
Slide 7 - Open vraag
BTW
De prijs inclusief btw is 121%.
De prijs exclusief btw is 100%.
Terugrekenen naar 100%:
598,5 : 121 × 100 = 495
De prijs exclusief 21% btw is € 495.
Slide 8 - Tekstslide
Deel van geheel
In 2021 waren er 999.180 studenten binnen het mbo en hbo.
Van deze groep was 51% ingeschreven bij het mbo.
Hiervan was 49% van het vrouwelijk geslacht.
En daarvan kwam 6,6% uit Utrecht.
Hoe groot is het aantal vrouwelijke mbo-studenten uit Utrecht?
Slide 9 - Tekstslide
In 2021 waren er 999.180 studenten binnen het mbo en hbo. Van deze groep was 51% ingeschreven bij het mbo. Hiervan was 49% van het vrouwelijk geslacht. En daarvan kwam 6,6% uit Utrecht. Hoe groot is het aantal vrouwelijke mbo-studenten uit Utrecht?
Slide 10 - Open vraag
deel van geheel
Schatten: de helft van 1 miljoen is 500.000 studenten.
deze groep mbo-studenten bestond voor 49% uit vrouwen.
Let op: Je moet dus weten wat 49% van 500.000 studenten is.
Schatten: de helft van 500.000 studenten is 250.000 studenten.
D
aarvan kwam 6,6% uit Utrecht. Let op: Je moet dus weten wat 6,6% van 250.000 studenten is.
Schatten:
1% van 250.000 = 2.500
5% van 250.000 = 250.000 : 20 = 12.500
6% van 250.000 = 12.500 + 2.500 = 15.000
Slide 11 - Tekstslide
Romy zegt dat geld gelukkig maakt als je het gebruikt om er iets leuks mee te doen. Daarom heeft zij besloten elke maand 10% van haar inkomsten te besteden aan ontspanning.
A
Hoe hoger haar inkomsten zijn, des te groter het bedrag van 10% is
B
10% is hetzelfde als 10 van de 100
C
Om uit te rekenen wat 10% is vermenigvuldig ik de inkomsten met 10
D
Als haar inkomen stijgt, stijgt ook het percentage om te besteden aan ontspanning