H1L42 - 1HVD - Donderdag - 2.9 Spelling - meervoud zelfstandige naamwoorden

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 3 en 4 van 2.9 Spelling
  • Uitleg meervoud zelfstandig naamwoord
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 5 t/m 8 van 2.9 Spelling 
  • Uitdelen leerstofoverzicht SO Spelling


Aan het einde van deze les
  • weet je weer wat zelfstandig naamwoorden zijn;
  • weet je hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud kan spellen en wat de regels daarvoor zijn.

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Spelling (dinsdag 17 december)
  • Repetitie H2 (toetsweek)
  • Fictie-opdracht 2 (vrijdag 7 februari)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 3 en 4 van 2.9 Spelling
  • Uitleg meervoud zelfstandig naamwoord
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 5 t/m 8 van 2.9 Spelling 
  • Uitdelen leerstofoverzicht SO Spelling


Aan het einde van deze les
  • weet je weer wat zelfstandig naamwoorden zijn;
  • weet je hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud kan spellen en wat de regels daarvoor zijn.

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Spelling (dinsdag 17 december)
  • Repetitie H2 (toetsweek)
  • Fictie-opdracht 2 (vrijdag 7 februari)

Slide 1 - Tekstslide

Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?



  • Zoals je ze hoort 
  • Persoonsvorm: zo kort mogelijk
  • Twijfel je over een -d of een -t? Maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 


Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Wat was dat ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het meervoud van giraffe?
A
giraffe's
B
giraffes

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van café?
A
café's
B
cafés

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meervoud van baby?
A
baby's
B
babys
C
babies

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van display?
A
display's
B
displays

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paraplu?
A
paraplu's
B
paraplus

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van etui?
A
etui's
B
etuis

Slide 9 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord: meervoud

  • - en erachter > boek-boeken
  • -s erachter > drempel-drempels
  • -'s erachter > piano - piano's

    Slide 10 - Tekstslide






    • Woord eindigt op een medeklinker 
    • Woord eindigt op een -e
    • Woord eindigt op meerdere klinkers

    Voorbeeld:
    computer - computers
    garage - garages
    kusje - kusjes
    cadeau - cadeaus
    display - displays





    • Woord eindigt op één klinker (a, o, u, i, y)
    • Afkortingen van zelfstandige naamwoorden

    Voorbeeld:
    kassa - kassa's 
    paraplu - paraplu's
    taxi - taxi's 
    auto - auto's
    wc - wc's
    s
    's
    Tip
    Lees het woord hardop voor en let op de klank

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Sterk werkwoord
    Klankveranderend werkwoord
    draag - droeg
    slaap - sliep
    lijd - leed (met een 'd' want: leden)
    geniet - genoot (met een 't' want: genoten)

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide