Taalcompleet A1 1.4 Familie startklas

Welkom Startklas!
Het is vandaag 23 september!
Het is maandag.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom Startklas!
Het is vandaag 23 september!
Het is maandag.

Slide 1 - Tekstslide

Wat leren wij vandaag?
Vandaag leren we de blauwe woorden die horen bij het thema familie!

We oefenen de dagen van de week.
We oefenen de maanden van het jaar.


Slide 2 - Tekstslide

De familie

Slide 3 - Tekstslide

oma
opa
moeder
vader
dochter
zoon
De familie

Slide 4 - Tekstslide

Taalcompleet A1 1.4 Familie

Slide 5 - Tekstslide

de opa
de oma

Slide 6 - Tekstslide

de moeder
de vrouw
de vader
de man

Slide 7 - Tekstslide

De ouders

Slide 8 - Tekstslide

de dochter       het meisje
de zus
de zoon            de jongen
de broer

Slide 9 - Tekstslide

man
de opa
de vader
de zoon
de broer

vrouw
de oma
de moeder
de dochter
de zus

Slide 10 - Tekstslide

het werkwoord 'heten'
Ik heet
jij heet
hij/zij heet
wij heten
zij heten

Voorbeelden:
  1. De zoon heet Lucas.
  2. De man heet Joop.
  3. De oma heet Wilma.
  4. De kat heet Jack.

Slide 11 - Tekstslide

de man

Slide 12 - Tekstslide

de opa

Slide 13 - Tekstslide

de dochter

Slide 14 - Tekstslide

de ouders

Slide 15 - Tekstslide

QUIZ

Slide 16 - Tekstslide


A
de ouders
B
de man
C
de vader
D
de kinderen

Slide 17 - Quizvraag


A
de vader
B
de moeder
C
de opa
D
de zoon

Slide 18 - Quizvraag


A
de opa
B
de oma
C
de dochter
D
de vader

Slide 19 - Quizvraag

De dagen van de week!

Slide 20 - Tekstslide

De maanden van het jaar.

Slide 21 - Tekstslide

Wat hebben wij vandaag geleerd?

Vandaag hebben we de blauwe woorden geleerd die horen bij het thema familie!

We hebben geoefend met de dagen van de week.
We hebben geoefend met de maanden van het jaar.

Slide 22 - Tekstslide


de opa

de oma
de ouders
de moeder
de 
vader
de dochter
de zus
de zoon
de broer
de familie

Slide 23 - Tekstslide

Het ging goed!
Hoe is de les gegaan?
Het ging niet goed.

Slide 24 - Tekstslide