Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Tegenwoordige tijd - regelmatig A0-A1 en GBK
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke werkwoorden ken je?
Slide 2 - Woordweb
drinken - een regelmatig werkwoord
Ik drink
jij drink
t
drink jij/je?
Hij drink
t
Zij drink
t
Wij drink
en
Jullie drink
en
Zij drink
en
Slide 3 - Tekstslide
Drinken is de
infinitief
.
Drink is de ik-vorm of de
stam
ik stam drink
jij stam
+ t
drink
t
..
hij stam
+ t
drink
t
zij stam
+ t
drink
t
wij infinitief drink
en
jullie infinitief drink
en
zij infinitief drink
en
Slide 4 - Tekstslide
Andere regelmatige werkwoorden
werken
luisteren
typen
begrijpen
kleuren
sporten
komen
Slide 5 - Tekstslide
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Het werkwoord: dansen
dans
danst
dansen
Slide 6 - Sleepvraag
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Zingen
zing
zingt
zingen
Slide 7 - Sleepvraag
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
fietsen
fiets
fietst
fietsen
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is goed?
A
hij drinket
B
hij drinken
C
hij drinkt
D
hij drink
Slide 9 - Quizvraag
Wat is goed?
A
drinken jij
B
drinkt jij
C
drink jij
D
drinket jij
Slide 10 - Quizvraag
Wat is goed?
A
wij luistert
B
wij luisteren
C
wij luister
D
wij luisterren
Slide 11 - Quizvraag
Wat is goed?
A
u typt
B
u typpen
C
u typ
D
u typen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is goed?
A
zij luisteren
B
zij luisterren
C
zij luister
D
zij lustert
Slide 13 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Maria typen
B
Maria typ
C
Maria typt
D
Maria typpt
Slide 14 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De mannen begrijppen
B
De mannen begrijp
C
De mannen begrijpt
D
De mannen begrijpen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Luisteren u?
B
Luister u?
C
Luistert u?
D
Luisttert u?
Slide 16 - Quizvraag
Wat is goed?
A
jij werk
B
jij werket
C
jij werken
D
jij werkt
Slide 17 - Quizvraag
Wat is goed?
A
ik begrijp
B
ik begrijpen
C
ik begrijpt
D
ik begrijppt
Slide 18 - Quizvraag
Herhaling 'hebben' en 'zijn'
Slide 19 - Tekstslide
zijn
ik ben
jij bent
hij is
zij is
jullie zijn
wij zijn
zij zijn
hebben
ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
jullie hebben
wij hebben
zij hebben
Slide 20 - Tekstslide
Zijn
Hebben
ben
bent
is
zijn
heeft
hebt
heb
hebben
Slide 21 - Sleepvraag
Ik
Jij
Hij
Zij
Wij
Jullie
Zij
ben
bent
is
is
zijn
zijn
zijn
Slide 22 - Sleepvraag
Ik
Jij
Hij
Zij
Wij
Jullie
Zij
heb
hebt
heeft
heeft
hebben
hebben
hebben
Slide 23 - Sleepvraag
Osman _______ een leerling.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn
Slide 24 - Quizvraag
Wij _______ op school.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn
Slide 25 - Quizvraag
Jij ________ 18 jaar.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn
Slide 26 - Quizvraag
Zoë en Emma _______ zussen.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn
Slide 27 - Quizvraag
Zenel _______ geen balpen.
A
heb
B
hebben
C
hebt
D
heeft
Slide 28 - Quizvraag
Hiva en ik _______ een mooie telefoon.
A
heb
B
hebben
C
hebt
D
heeft
Slide 29 - Quizvraag
De jongen _______ vandaag geen les.
A
heb
B
hebben
C
hebt
D
heeft
Slide 30 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
De OTT
September 2024
- Les met
14 slides
4 Taal deel 1
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
Februari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
12/11 TOETS Werkwoorden - stam - vervoegen
8 dagen geleden
- Les met
35 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
OTT en OVT
Februari 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoorden vervoegen
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
7/11 Werkwoorden - stam - vervoegen
9 dagen geleden
- Les met
44 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
werkwoorden
November 2023
- Les met
20 slides
Groeipad
Secundair onderwijs