Boek lezen + opdrachten

Zakelijke Communicatie
Periode 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke Communicatie
Periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Herkansing ZC periode 4
  • Verslag afgenomen interview stage
  • Boekopdracht 
  • Opdrachten Upcycling

    Class Notebook > periode 4 

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag
  • Boekopdracht afmaken
  • Opdrachten Upcycling afmaken
    Deadline: vandaag

  • Herkansing ZC (thema 1 t/m 3) afmaken (deadline 27 juni)

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • 15 minuten lezen
  • Boekopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Herkansing Zakelijke Communicatie
  • Herkansing ZC 30 mei Thema 3 Boekopdrachten 
  • Deel 1 maak je thuis: artikel over schrijver maken 
  • Deel 2 maak je tijdens het toetsmoment: creatieve vragen over het boek dat je in de les gelezen hebt 

Slide 5 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Lesplanning
  • Deadline opdrachten
  • Vragen over het vak Zakelijke Communicatie
  • Werken aan boekopdracht

Slide 7 - Tekstslide

Deadline opdrachten
  • Boekopdracht
  • Opdracht upcycling

    Deadline: vrijdag 21 juni

Deadline herkansing: vrijdag 28 juni

Slide 8 - Tekstslide

Vul de Forms in
Geef je mening over het vak Zakelijke Communicatie


Klaar? Ga bezig met de boekopdracht

Slide 9 - Tekstslide

Creatief kort verhaal
Je gaat een kort verhaal schrijven dat aansluit bij het boek dat je leest, waarbij je een keuze maakt uit:
• twee personages
• een locatie
• een voorwerp
Deze drie onderdelen vormen de basis voor je korte verhaal.


Slide 10 - Tekstslide

Bouwstenen

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf je hoofdstuk/verhaal
  • Je hoofdstuk/verhaal omvat ongeveer 1-A4.
  • Je gebruikt lettertype Arial 11, de marges en uitlijning pas je niet aan.
  • Gebruik correcte volledige zinnen.
  • Schrijf je op de juiste plaatsen hoofdletters en leestekens?
  • Controleer je (werkwoord)spelling.
  • Het gebruik van ChatGPT is niet toegestaan, bij vermoeden heb je een 1. 






Slide 12 - Tekstslide

Kort creatief verhaal
Opdracht A: kies een personage, een locatie
en een voorwerp

Maak van het personage, de locatie en het voorwerp een associatiebloem in Canva (zie voorbeeld Class Notebook). In totaal maak je dus drie associatiebloemen! Elke associatiebloem moet minimaal 7 onderdelen bevatten. 


Slide 13 - Tekstslide

Moeilijke woorden en nieuwe titel

3A Schrijf 10 moeilijke woorden op uit het boek. Schrijf de betekenis op van het moeilijke woord en maak er een nieuwe zin mee (een andere zin dan in het boek staat).

3B Bedenk een nieuwe titel voor het boek en leg in ongeveer 80 woorden uit waarom deze titel beter is dan het origineel. Gebruik bij de onderbouwing fragmenten uit het boek. 



Slide 14 - Tekstslide

Interview en artikel
1. Stel minimaal tien open vragen aan een personage uit het verhaal. Maak met die vragen een interview voor een krant of tijdschrift. De vragen beantwoord je zelf, alsof je het personage bent. Beantwoord vooraf de volgende vragen:
- Voor welke krant of tijdschrift schrijf je (roddelblad, jongerentijdschrift)?
- Wat wil je te weten komen?
Formuleer nu de vragen die je het personage wilt stellen en beantwoord ze uitgebreid.

2. Schrijf het interview uit tot een artikel dat in een tijdschrift/krant geplaatst kant worden. (zie Class Notebook voor de volledige opdracht).
Let op: je schrijft het artikel zelf. Bij vermoeden van het gebruik van een chatbot heb je een 1! 











Slide 15 - Tekstslide

Advertentieflyer voor een boekpresentatie
Maak in Canva een advertentieflyer voor een boekpresentatie van jouw boek bij een boekhandel in de buurt. 
De presentatie wordt gedaan door de schrijver. Het doel van de flyer is om ervoor te zorgen dat mensen naar de boekpresentatie komen.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Cv afmaken
  • Kies een sjabloon voor je cv in Canva
  • Bepaal of je een chronologisch cv, een vaardigheden cv of een gecombineerd cv wilt maken
  • Vul je cv met jouw gegevens
  • Lever je cv in Class Notebook in bij ‘periode 2/solliciteren/cv’
  • Heb je nog tijd over? Laat je cv dan door een medestudent controleren! 

Deadline: vandaag!

Slide 18 - Tekstslide

Recensie-opdracht
  • Beantwoord de vragen over de recensie die jij gevonden hebt over je gekozen boek. Plaats de vragen en de antwoorden in Class Notebook bij de pagina 'Periode 2 boek lezen'.

  • De vragen vind je in Class Notebook 'periode 2 boek lezen'

Slide 19 - Tekstslide

Vraag
Wie is de hoofdrolspeler van het verhaal? 

Hoe ziet hij of zij er volgens het verhaal en/of volgens jou uit? 

Slide 20 - Tekstslide

Fakebookpagina
Maak een fictieve Facebookpagina aan van een personage uit je boek. Doe dit met behulp van deze website: http://www.classtools.net/FB/home-page

Uit het profiel moet je veel te weten komen over het personage, zijn vrienden, school, werk, etc. Ook zet je posts op de pagina naar aanleiding van gebeurtenissen uit het boek.
2. Maak een profiel aan met zoveel mogelijk kenmerken die je van het personage weet.
3. Voeg een foto van het personage toe en een achtergrondfoto passend bij het boek/personage.
4. Plaats minstens 3 posts (zelf geschreven, per post ongeveer 100 woorden). Schrijf de posts naar aanleiding van gebeurtenissen uit het boek.
4. Maak een printscreen van je Fakebookpagina en zat dat in Class Notebook
TIP: plaats de berichten ook los in Class Notebook voor het geval je de Fakebookpagina niet meer terug kunt vinden.









Slide 21 - Tekstslide

Wat voor soort verhaal is het?
Fictie of non-fictie?

Slide 22 - Tekstslide

Fictie
Verhalen die gebaseerd zijn op de fantasie en gedachtengang van de schrijver en lezer, noem je fictie. Niet alles is verzonnen!  


Voorbeelden: 
romans, sprookjes, stripverhalen, toneelspellen, science fiction, avonturenverhaal, oorlogsverhaal, poëzie, videospelletjes, films.




Slide 23 - Tekstslide

Realistische en non-realistische fictie
Realistische fictie:
gefantaseerde gebeurtenissen die zich in de werkelijkheid zouden kunnen voordoen. Daarnaast kunnen plaatsen, gebeurtenissen en personen werkelijk bestaan.

Non-realistische fictie:
gebeurtenissen die onmogelijk in het echte leven kunnen voorkomen, omdat ze bijvoorbeeld bovennatuurlijk, buitenaards of plaatsvinden in een ander soort wereld.

Slide 24 - Tekstslide

Non-fictie
Alle informatieve verhalen of beelden die hoofdzakelijke betrekking hebben op de feitelijke werkelijkheid. 
Het doel van non-fictie is vooral om informatie over te dragen. 

Voorbeelden:
Algemene informatieve boeken, woordenboeken, reisgidsen, artikelen in kranten en tijdschriften, studieboeken en documentaires 

Slide 25 - Tekstslide

Genres
Soort verhaal.
Er kunnen meerdere genres zijn, maar er is altijd één hoofdgenre.
Een jongen beschrijft zijn leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Je leest ook dat hij erg goed kan voetballen.
Genre = oorlog
Je leest over hoe iemand zich voorbereidt op de olympische spelen. Ondertussen breekt er oorlog uit. 
Genre = sport



Slide 26 - Tekstslide

Voorkant boek ontwerpen
  • Maak een nieuwe voorkant in Canva van het boek dat je leest
  • Zorg dat je alle benodigde informatie erop zet (denk aan: titel, schrijver, uitgever, etc.)
  • Zorg dat het compleet anders is dan de huidige omslag van het boek. Wees creatief!
  • Beschrijf in 100 woorden waarom deze voorkant past bij de inhoud van het boek. 
  • Zet een afbeelding van de voorkant in Class Notebook + daarbij de argumentatie.




Slide 27 - Tekstslide