Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
28 november H3
Hoe zeg je in het Duits "heb je even tijd"?
A
Haben sie einen Moment Zeit?
B
Hast du einen Moment Zeit
C
Hast du eben?
D
Hast du Zeit?
1 / 28
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoe zeg je in het Duits "heb je even tijd"?
A
Haben sie einen Moment Zeit?
B
Hast du einen Moment Zeit
C
Hast du eben?
D
Hast du Zeit?
Slide 1 - Quizvraag
"es ist schlimm" betekent
A
het is erg
B
iemand is slim
C
het is mooi
D
het is lelijk
Slide 2 - Quizvraag
"Gassi gehen" betekent
A
Hond uitlaten
B
gas geven
C
snel gaan
D
hard gaan
Slide 3 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Duits "hoeveel kost de entree?"
A
Was kostet die Karte?
B
Was kostet Entrance?
C
Was kostet die Eintritt?
Slide 4 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Duits "wat zijn de openingstijd?"
A
Wie sind die Öffnungszeiten?
B
Wann sind die Öffnungszeiten?
Slide 5 - Quizvraag
Ein Land, das ringsum von Wasser umgeben ist nennt man.....
Wie heißt das?
Slide 6 - Open vraag
Hier wirft man den Abfall ......
Was ist das?
Slide 7 - Open vraag
Wenn es kalt ist, dann geht die .......... an.
Was ist das?
Slide 8 - Open vraag
Eine größe Fläche mit viele Bäume .......
Wie heißt das?
Slide 9 - Open vraag
Wie heißt das?
Slide 10 - Open vraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
darf
darfst
darf
dürfen
dürfen
dürft
Slide 11 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
Slide 12 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen
Slide 13 - Sleepvraag
Welke naamval hebben de volgende voorzetsels "durch, für, ohne, um, bis, gegen"
A
3e naamval
B
1e naamval
C
4e naamval
Slide 14 - Quizvraag
Meistens joggen wir durch ....... Stadt(v)
A
das
B
den
C
die
D
diese
Slide 15 - Quizvraag
Ohne ........Hilfe(v) schaffe ich das nicht
A
haar
B
ihre
C
die
D
ihr
Slide 16 - Quizvraag
Na welke zes voorzetsels volgt de 3e naamval?
Slide 17 - Open vraag
Wurde das Auto aus d..... Garage (v) gestohlen?
A
die
B
der
C
das
D
dem
Slide 18 - Quizvraag
Nach d... Essen (o) gehe ich schlafen
A
den
B
dem
C
das
Slide 19 - Quizvraag
het onderwerp staat in .........naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e
Slide 20 - Quizvraag
Het lijdenvoorwerp staat in .......naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e
Slide 21 - Quizvraag
Het meewerkend voorwerp staat in .........naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e
Slide 22 - Quizvraag
Meine Schwester kennt dein... Bruder (m) nicht
A
deinen
B
dein
C
deinem
Slide 23 - Quizvraag
ich glaube .........(jou)
A
dich
B
dir
Slide 24 - Quizvraag
werkwoorden "fragen, bitten, es gibt, kosten, interessieren" zorgen voor de .........naamval
A
1e
B
3e
C
2e
D
4e
Slide 25 - Quizvraag
Ich helfe ihr... Vater (m)
A
ihren
B
ihrem
C
ihrer
Slide 26 - Quizvraag
Das interessiert mein... Eltern (mz)
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinem
Slide 27 - Quizvraag
Wat moet je na deze quiz nog gaan leren?
Slide 28 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
28 november H3
November 2022
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
28 november H3
November 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H3 Kap. II herhaling Gram A+C+D
Januari 2023
- Les met
46 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
20.11. Modalverben, Schreiben E
November 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
müssen - wissen - sollen - können - ott
Juni 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Goethe 19.11.
Oktober 2023
- Les met
28 slides
a
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5