Klas 1A3 Schrijven 2, les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Je mini-tijdschrift is af!
Waarover ben je tevreden?

Wat heb je geleerd tijdens het
maken van het mini-tijdschrift?

Ik heb het stappenplan goed gebruikt voor het maken van het mini-tijdschrijft

Nee!

Ja, natuurlijk!

Had meer en beter gekund!

Je gaat in deze les:

• de kenmerken van een goede tekst herhalen
  
• je eigen route kiezen: veel, weinig, of geen begeleiding
  
• informatie verzamelen
  
• interviewvragen bedenken.

Eindopdracht Schrijven 2

De komende lessen ga je werken aan een tekst over vroeger, nu en de toekomst. 

Deze opdracht wordt beoordeeld voor een cijfer (het cijfer telt 

1 keer mee). Je krijgt een gemiddeld eindcijfer over 2 opdrachten, namelijk het minitijdschrift en de tekst.

Onderwerp

In je minitijdschrift heb je geschreven over iets uit jouw leven waar jij enthousiast van wordt. Hoe zat dat voor jouw (groot)ouders? En hoe denk je dat jouw onderwerp zich in de toekomst zal ontwikkelen?

Als je je onderwerp uit de vorige lessen

helemaal zat bent, mag je een nieuw onderwerp kiezen! 

Wat zijn de kenmerken
van een goede tekst?

Een goede tekst schrijven

We kijken samen het filmpje in de klas.

https:

1

2

6

5

4

3

Onderwerp kiezen

Bepaal doel en je publiek

Verzamel informatie

Werk aan de lay-out

Schrijf je tekst 

Orden informatie

Eindopdracht 

- je kiest zelf de route. Wat jouw route ook wordt, je kunt altijd uitleg vragen aan je docent.

- je hebt na deze les nog twee lessen om aan je opdracht te werken

- tijdens de les blijf je altijd online en werk je aan je opdracht, welke route je ook kiest.

- beoordeel zelf hoeveel begeleiding je nodig hebt voor deze opdracht. 

Je bepaalt helemaal zelf hoe je je tekst gaat schrijven. Je hebt hiervoor na deze les nog twee lessen. Begin gewoon en als je vastloopt, kijk je in de toolbox 'Een goede tekst schrijven', of je vraagt je docent of een klasgenoot om raad.

Je werkt met een digitale instructie!!

Je gaat werken met het formulier Stappenplan tijdreiziger. Je zet zelfstandig alle stappen uit het formulier. Als je vastloopt, vraag je je docent of een klasgenoot om raad.

Je krijgt bij elke stap uitleg van je docent.

Ik kies voor;

Zes stappen om een goede tekst te schrijven.

1. Kies je onderwerp.
   
2. Bepaal je doel en je publiek.
   
3. Verzamel informatie.
   
4. Orden informatie.
   
5. Schrijf en herschrijf je tekst.
   
6. Geef je tekst een passende lay-out.

Aan de slag

1. Route X: Lees de instructie en begin met je tekst.
2. Route Y: Bekijk de stappen op het formulier Stappenplan Tijdreiziger. Begin dan met stap 1 en werk zelfstandig verder.
3. Route Z: Ga met de andere leerlingen die route Z kiezen bij elkaar zitten.

Aan de slag;  opdracht 3; stap 1, 2 en 3

Vandaag bepaal je in elk geval; 

1. je onderwerp

2. je doel en je publiek

3. Schrijf op wat je zelf al weet. Je kunt dit doen:

• in een woordweb
  
• door WH-vragen te stellen en te beantwoorden
  
• door middel van een vrije brainstorm.