Lowan de omgeving wat is WIE en WAT en goede zinnen maken

omgeving WIE en WAT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

omgeving WIE en WAT

Slide 1 - Tekstslide

wat is WIE ?
A
een dier
B
een mens - mensen
C
een ding
D
eten en drinken

Slide 2 - Quizvraag

wat is een WAT ?
A
een dier
B
een mens- mensen
C
een ding
D
eten en drinken

Slide 3 - Quizvraag

ik bel de juf op .
wie ?
A
ik
B
bel
C
op
D
de juf

Slide 4 - Quizvraag

zij belt het noodnummer op
wie ?
A
zij
B
ik
C
het noodnummer
D
jij

Slide 5 - Quizvraag

de politieagent fiets in het park
wie ?
A
zij
B
hij
C
de politie agent
D
in het park

Slide 6 - Quizvraag

Het winkelwagentje staat
voor de supermarkt.
wat ?
A
de supermarkt
B
het winkelwagentje
C
staat
D
voor

Slide 7 - Quizvraag

we reizen met de bus naar het hotel
wat ?
A
met
B
naar
C
we
D
het hotel

Slide 8 - Quizvraag

even zinnen oefenen 

Slide 9 - Tekstslide

maak een goede zin je krijgt woorden !

zebrapad loopt de man over het

Slide 10 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

fiets de rotonde ik over

Slide 11 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

pin ik 50 euro de bij pinautomaat

Slide 12 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

wachten, bushalte , jullie, bij , de

Slide 13 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

het fietspad zij op naar station fietst

Slide 14 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

reist Amsterdam trein met hij de

Slide 15 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

reist Amsterdam trein met hij de

Slide 16 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

bij supermarkt betaal in kassa ik de

Slide 17 - Open vraag

maak een goede zin je krijgt woorden !

op mijn belt de moeder school

Slide 18 - Open vraag

maak een goede zin met
het doe woord goed
hij - wachten - trein - station

Slide 19 - Open vraag

maak een goede zin met
het doe- woord goed
jij / reizen .........

Slide 20 - Open vraag

wat heb je geleerd?
welk woord vergeet je niet ?

Slide 21 - Poll