Les 44: verbanden

les 44: verbanden
  • Je leert de opbouw van een tekst herkennen met behulp van signaalwoorden.
  • Je leert over de tekstverbanden: inperking, vergelijking en omschrijving.
  • Je weet welke signaalwoorden bij deze tekstverbanden horen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

les 44: verbanden
  • Je leert de opbouw van een tekst herkennen met behulp van signaalwoorden.
  • Je leert over de tekstverbanden: inperking, vergelijking en omschrijving.
  • Je weet welke signaalwoorden bij deze tekstverbanden horen.

Slide 1 - Tekstslide

Ik trek aan de bel, omdat ik het even niet meer zie zitten.
A
gelijk hebben
B
enigszins boos
C
iets goed kunnen
D
aandacht vragen

Slide 2 - Quizvraag

Ik ben ontstemd, nadat ik heb gehoord dat ik weer alle dagen naar school moet.
A
gelijk hebben
B
ergens een grens aan stellen
C
enigszins boos
D
aandacht vragen

Slide 3 - Quizvraag

Na mijn examen neem ik een sabbatical.
A
periode van een paar maanden vrij nemen
B
periode van een paar maanden ziek zijn
C
periode van een paar maanden een nieuwe studie volgen.

Slide 4 - Quizvraag







Wat is het signaalwoord:





Wat is het signaalwoord:

Voordat ik ga schaatsen trek ik altijd een thermoshirt aan.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verband:

Voordat ik ga schaatsen trek ik altijd een thermoshirt aan.
A
opsomming
B
tijd
C
reden
D
tegenstelling

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord:

Dat is warmer dan wol, want je huid blijft droog als je zweet.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verband:

Dat is warmer dan wol, want je huid blijft droog als je zweet.
A
oorzaak-gevolg
B
reden
C
tegenstelling
D
voorwaarde

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstverband zit er in de volgende zin:

We gaan op vakantie naar België, Frankrijk en Spanje.

Slide 9 - Open vraag

Welk tekstverband zit er in de volgende zin:

Ik houd niet van spruitjes, maar ik eet ze toch op.

Slide 10 - Open vraag

bespreken huiswerk
5 De tekst gaat over de schaduwkant van het dj-bestaan. 

en: opsomming 
toen: tijd
terwijl: tegenstelling
verder: opsomming
doordat: oorzaak
als: voorwaarde
daarom: reden, gevolg

Slide 11 - Tekstslide

In alinea 2 staat een opsomming voor de ideeën van Armin van Buuren hoe je het 
dj-bestaan kunt verbeteren. Eerst staat er dat hij voor meer openheid is. En verder
(signaalwoord) is hij er voor om met dj’s bij elkaar te komen om problemen te bespreken.
In Alinea 3 vertelt hij hoe het kwam dat hij slechte periode doormaakt (signaalwoord doordat)
en wat het gevolg daarvan was (signaalwoord daarom).

8 B

Slide 12 - Tekstslide

Toch. Dit woord geeft aan dat er een tegenstelling is met datgene wat er voor is gezegd. 
Dat zie je ook al in de zin zelf: Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. Hierna volgen de
positieve kanten die Armin van Buuren als dj ervaart.

10 
De stelling is niet waar. Van Buuren heeft een slechte periode gekend in zijn dj-bestaan, maar 
hij voelt zich uiteindelijk goed en is dankbaar voor zijn werk. Dit is te lezen in alinea 4, die een
tegenstelling vormt vergeleken met de rest van de tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Pak je boek erbij
sla open op blz. 92

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1: Welk signaalwoord past in de zinnen?

Vul de woorden achter elkaar in met een komma tussen elk woord



Slide 16 - Open vraag

Lees nu de tekst op blz. 93
Noteer de signaalwoorden eerst in je schrift.

Slide 17 - Tekstslide

Welke signaalwoorden ben je tegengekomen?

Slide 18 - Woordweb

Huiswerk voor de volgende les
  • Maken opdr. 1 t/m 9 van les 44 (blz. 92/93)
  • Oefenen Drillsters 1+2  les 45

Slide 19 - Tekstslide