8. Armoede bestrijden

H 3.5  Armoede bestrijden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 3.5  Armoede bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
• Je kunt uitleggen wat noodhulp, ontwikkelingshulp, ontwikkelingssamenwerking en microkrediet is.
• Je kunt beschrijven op welke vier manieren ontwikkelingssamenwerking wordt georganiseerd.
• Je kunt vier oorzaken noemen waardoor ontwikkelingssamenwerking niet altijd goed verloopt.

Slide 2 - Tekstslide

Expertgroepen 
Elke groep krijgt een vorm van ontwikkelingswerk. 
Deze ga je uitwerken. 
Deze ga je presenteren.
De kennis die gedeeld wordt kan je wel verwachten op de toets. 

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerpen
- Noodhulp
- Microkrediet 
- Ontwikkelingssamenwerking 
- Ontwikkelingshulp 

Slide 4 - Tekstslide

Expertgroepen
Info die jullie moeten opzoeken: 
  • Wat is het?
  • Welke vorm(en) zijn er?
  • Voordelen
  • Nadelen
  • Waar

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Startklaar 
Wat is startklaar? 
  • Je zit klaar om de les te starten. 
Wat heb je voor je?
  • Een pen en kleurtjes
Hoe en hoe lang?
  • Je  krijgt hier 1 minuut de tijd voor
  • Klaar? -> Gezicht richting het bord en wachten in stilte

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Expertgroepen
Info die jullie moeten opzoeken: 
  • Wat is het?
  • Welke vorm(en) zijn er?
  • Voordelen
  • Nadelen
  • Waar
timer
25:00

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen
  • Noodhulp  
• Ontwikkelingshulp
• Ontwikkelingssamenwerking
• Microkrediet

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
Vroeger
Ontwikkelingshulp; hulp van rijke landen om de  levensomstandigheden te verbeteren.
Tegenwoordig
Ontwikkelingssamenwerking; rijke landen steunen arme landen bij het maken van ontwikkelingsplannen. De arme landen bepalen zelf het hoe het geld besteed wordt. 

Slide 12 - Tekstslide

De organisatie van ontwikkelingssamenwerking
- Van land naar land
- Via instellingen met meerdere landen (EU, VN)
- Hulp door organisaties

Slide 13 - Tekstslide

Primaire sector
Secondaire sector
Tertiaire sector

Slide 14 - Sleepvraag

Wat kun je over de welvaart van Gambia zeggen wanneer er 75% van de beroepsbevolking in de landbouw werkt?

Slide 15 - Open vraag

Noem een nadeel voor Gambia als de infrastructuur zoals wegen niet goed is ontwikkeld

Slide 16 - Open vraag

Ontwikkelingssamenwerking
- vroeger: rijke landen bepaalden de oplossingen voor de problemen in Gambia
   -> geld, voedsel, machines, artsen
   -> ontwikkelingshulp*
- tegenwoordig: meer gelijkwaardige partners 
   -> ontwikkelingsplannen van Gambia worden gesteund met advies en geld 
   -> ontwikkelingssamenwerking**
*Arme landen krijgen steun voor verbetering levensomstandigheden
*Rijke landen werken samen met arme landen voor verbetering levensomstandigheden

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit in maximaal 2 zinnen wat de informele sector is

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking?

Slide 19 - Open vraag

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide