4H - Monopolie winst

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Monopolie en kengetallen
TK = Totale kosten
TO = Totale opbrengsten (P*Q)
MK = Marginale kosten (produceert men 1 product meer? Met hoeveel stijgen dan de totale kosten)
MO = Marginale opbrengsten (produceert men 1 product meer? Met hoeveel stijgen dan de totale opbrengsten)

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg: maximale winst
prijsnemer, prijszetter, monopolie, oligopolie: allemaal hetzelfde
  • MO = MK
  • MK, bij iedere aanbieder gelijke functie (TK = TVK + TCK)
  • prijsafzet is anders!
  • dus TO, omzet (prijs x hoeveelheid) en daarmee de MO

Slide 3 - Tekstslide

Monopolisten: prijszetters
Producenten die op een marktvorm van onvolkomen concurrentie aanbieden, zijn prijszetters. D.w.z. dat ze zelf hun prijs kunnen bepalen. Ze moeten hierbij wel rekening houden met het feit dat wanneer ze de prijs verhogen, de vraag daalt. 
De prijsafzetlijn wordt dan gegeven door de vraaglijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Als de marktvorm monopolie zou zijn, zou de maximale winst behaald worden bij q = .......... en een prijs van ........... .  


Slide 5 - Tekstslide

MO-lijn bij prijszetters
De MO-lijn verloopt ook dalend; als de producent meer wil verkopen, moet de prijs omlaag. 
Dus, voor elk extra product, neemt de extra opbrengst af.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat de vraaglijn naar een 
bepaald product van een 
monopolist wordt gegeven door 
de volgende vraagfunctie: 
qv = -2p + 12

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
De MO-lijn daalt 2x zo snel 
als de prijsafzetlijn, 
dus de MO-lijn snijdt 
de q-as op de helft 
van waar de GO-lijn de 
q-as snijdt.

Slide 8 - Tekstslide

Stel dat de TO functie 8q is. Hoeveel zijn dan de marginale opbrengsten?
A
Onbekend
B
4
C
8
D
12

Slide 9 - Quizvraag

Stel dat de TK functie TK = 3000 + 2q is. Hoeveel is dan MK?
A
Onbekend
B
3000
C
2
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Maximale winst in grafiek
De winst van een prijszetter 
bepaal je op dezelfde manier 
als van een hoeveelheids-
aanpasser: 
Stap 1: bepaal q 
waarbij er maximale winst is.
Stap 2: bij die q: (GO - GTK) x q

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel producten (Q) verkoopt de monopolist bij maximale winst?

Slide 12 - Open vraag

Voor welke prijs (P) verkoopt de monopolist zijn producten bij maximale winst?

Slide 13 - Open vraag

Maximale winst in grafiek
De winst van een prijszetter 
bepaal je op dezelfde manier 
als van een hoeveelheids-
aanpasser: 
Stap 1: bepaal q 
waarbij er maximale winst is.
Stap 2: bij die q: (GO - GTK) x q

Slide 14 - Tekstslide

Maximale omzet
De omzet is maximaal 
wanneer MO = 0
Dat is namelijk de top 
van de TO.

Slide 15 - Tekstslide

Maximale omzet
De omzet is maximaal wanneer MO = 0.
Als MO namelijk positief is, zal TO toenemen als de afzet stijgt. 
Op een gegeven moment neemt TO echter af als de afzet stijgt, omdat vraag inelastisch wordt: de procentuele
stijging van de vraag (afzet) is kleiner dan de procentuele daling van de prijs. 

Slide 16 - Tekstslide

De omslag is altijd
precies op de helft van de vraaglijn, namelijk op de top van de TO-functie: 

Slide 17 - Tekstslide

Monopolie en winst

Slide 18 - Tekstslide