Taal les 14

Taal les 14
- Bedrijvende en lijdende zin
- Telwoorden
- Wederkerend voornaamwoord
- Komma, dubbele punt of puntkomma 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal les 14
- Bedrijvende en lijdende zin
- Telwoorden
- Wederkerend voornaamwoord
- Komma, dubbele punt of puntkomma 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Sam kopt de bal
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 3 - Quizvraag

Het eten wordt gebracht door de ober.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 4 - Quizvraag

De vraag wordt gesteld door de meester.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Sajed vindt ze allebei wel aardig.
A
Sajed
B
ze
C
allebei
D
aardig

Slide 7 - Quizvraag

Fenne en Jula hebben samen acht prijzen gewonnen!
A
Fenne en Jula
B
acht
C
prijzen
D
gewonnen

Slide 8 - Quizvraag

Stan en Jarno zijn eerste geworden met de wedstrijd.
A
eerste
B
tweede
C
Stan en Jarno
D
wedstrijd

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Ik maakte ... al zorgen.
A
je
B
me
C
zich
D
ik

Slide 11 - Quizvraag

Hij heeft ... wel bewezen
A
hem
B
het
C
je
D
zich

Slide 12 - Quizvraag

Mijn vader slooft ... uit onder het eten.
A
het
B
hem
C
zich
D
ons

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De zon scheen fel ... terwijl de kinderen pauze hadden.
A
komma
B
puntkomma
C
punt
D
dubbele punt

Slide 15 - Quizvraag

We gingen in het parkje picknicken ... we genoten van heerlijke sandwiches.
A
dubbele punt
B
komma
C
puntkomma
D
punt

Slide 16 - Quizvraag

Mijn favoriete sporten zijn ... volleybal, voetbal, basketbal en hockey.
A
puntkomma
B
dubbele punt
C
komma
D
vraagteken

Slide 17 - Quizvraag