Overzicht 5.1 en 5.2
1 / 31
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent 'Koude Oorlog'?
A
Een oorlog als het sneeuwt of vriest
B
Een oorlog met veel directe actie
C
Een oorlog met weinig directe actie
D
Een oorlog in de wintermaanden
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Welke kolonies had Nederland in 1945?
A
Japan, Nederlands-Indië en Suriname
B
Nederlands-Indië en Suriname
C
Suriname en Nieuw-Amsterdam
D
Zuid-Korea, Suriname en Nederlands-Indië
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
WAT IS DE JUISTE VOLGORDE IN DE TIJD?
A
B
C
D
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
WIE WAREN SUPERMACHTEN NA 1945?
A
De VS, Duitsland en de Sovjet-Unie
B
Japan en Duitsland
C
De VS en Groot-Brittannië
D
De VS en de Sovjet-Unie
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is 'dekolonisatie'?
A
Westerse landen gaan kolonies stichten
B
Kolonies worden verdeeld onder westerse landen
C
Westerse landen krijgen geld van kolonies
D
Kolonies worden onafhankelijk
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat vonden de VS en de Sovjet-Unie allebei belangrijk?
A
zelfbestuur voor kolonies
B
meer macht voor zichzelf
C
A en B
D
Geen van de drie opties A, B en C
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Hoe wilde Amerika ons land dwingen om Nederlands-Indië op te geven?
A
Atoombom op Den Haag gooien
B
Stoppen met Marshall-hulp geven
C
Nederland aanvallen met hun leger
D
Nederland onder water zetten
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Over welk tijdvak gaan paragraaf 5.1 en 5.2?
A
Tijd van de Grieken en Romeinen
B
Tijd van televisie en computer
C
Tijd van de wereldoorlogen
D
Tijd van de kolonies en atoomboom
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Tijdens een beroemde speech in 1947 zei Winston Churchill dat er een ..... was neergelaten over Europa
A
IJzeren ketting
B
IJzeren rolluik
C
IJzeren gordijn
D
IJzeren muur
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Welke crisis zorgde in 1962 bijna voor een atoomoorlog?
A
Cuba crisis
B
Oost-Berlijn crisis
C
Indonesië crisis
D
Korea crisis
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wie bouwde de Berlijnse Muur?
A
De Sovjet-Unie
B
De Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
De stad Berlijn zelf
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Het Warschaupact (1955-1991) hoort bij:
A
Het Westblok
B
Het Oostblok
C
De kolonies
D
Polen
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
De NAVO (1949) hoort bij:
A
Het Westblok
B
Het Oostblok
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Welk economisch systeem heeft het Oostblok?
A
kapitalisme, vrije markteconomie
B
communisme, vrije markteconomie
C
communisme, één partijstaat
D
communisme, planeconomie
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
In welke oorlog vocht Nederland ook mee?
A
Vietnam oorlog
B
Cuba oorlog
C
Korea oorlog
D
Patatje oorlog
