eindles h4
1 / 25
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een pogrom?
A
Een nieuwe wet
B
Jodenhaat
C
Uitbarsting van geweld tegen joden
D
Ketter
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat past NIET bij kruistochten
A
Er vielen veel doden
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd
C
Het waren handelsreizen
D
De reis duurde jaren
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam
B
Tocht langs een kruispunt
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden
D
Een tocht naar een verboden gebied
Slide 6 - Quizvraag
Wat is urbanisatie?
A
Het verhuizen van de stad naar het platteland
B
Afnemen van de stedelijke bevolking
C
Een toenemende stedelijke bevolking
D
Verhuizen van het platteland naar de stad
Slide 7 - Quizvraag
Na de middeleeuwen werd de burgerij steeds machtiger.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet een wijk met een mix van villa's en goedkopere woningen?
A
Binnenstad
B
19e-eeuwse wijk
C
Hoogbouwwijk
D
Vinex-wijk
Slide 9 - Quizvraag
Waardoor zijn de markten ontstaan?
A
Om mensen naar het kasteel te lokken.
B
Om het overschot aan voedsel te verkopen
C
Om het gezellig te maken binnen de stadsmuren
Slide 10 - Quizvraag
Moskou heeft meer dan tien miljoen inwoners en is vooral gericht op Rusland gericht. Vanuit Moskou wordt het land bestuurd.
Wereldstad, megastad of hoofdstad? 2 antwoorden zijn goed.
Wereldstad, megastad of hoofdstad? 2 antwoorden zijn goed.
A
Wereldstad
B
Megastad
C
Hoofdstad
Slide 11 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van renovatie of van stadsvernieuwing?
A
renovatie
B
stadvernieuwing
Slide 12 - Quizvraag
De belangrijkste markt was de 'grote markt'. Waar lag deze?
A
Buiten de stad
B
In het midden
C
Op het platteland
Slide 13 - Quizvraag
Wat is staatsvorming?
A
Een koning met zijn eigen ridders om het land te beschermen.
B
De koning wetten maakt voor het land.
C
Als een land steeds meer als een eenheid wordt bestuurd.
D
Het recht van een stad op een eigen bestuur en eigen wetten.
Slide 14 - Quizvraag
500-1000
1000-1500
500-1500
Middeleeuwen
Tijd van steden en staten
Tijd van monniken en ridders
Slide 15 - Sleepvraag
Wie waren het bestuur van de stad?
A
Burgers en schouten
B
Schepenen
C
Burgers
D
Schouten en schepenen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de randstad?
A
De provincies Noord- en Zuid-Holland
B
De steden Amsterdam, Utrecht, Arnhem bij elkaar
C
Een gebied met steden in het westen van het land
Slide 17 - Quizvraag
Mumbai ligt in India en telt 20 miljoen inwoners. Het is de grootste stad in het land, maar niet belangrijk voor de wereld. De regering van India zit in Delhi.
Wereldstad, megastad of hoofdstad?
Wereldstad, megastad of hoofdstad?
A
Wereldstad
B
Megastad
C
Hoofdstad
Slide 18 - Quizvraag
Wat is urbanisatie?
A
Groei van steden
B
Soort kinderarbeid
C
Groei van het aantal werklozen
D
Meer mensen moeten reizen voor hun werk
Slide 19 - Quizvraag
Aanbod is wat iemand wil verkopen.
Vraag is wat iemand wil kopen.
Vraag is wat iemand wil kopen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Waar staan veel flats?
A
Binnenstad
B
19e-eeuwse wijk
C
Hoogbouwwijk
D
Vinex-wijk
Slide 21 - Quizvraag
Binnenstad
19e-eeuwse wijken
Hoogbouw
Laagbouw
Vinex-wijk
Bedrijventerrein
Slide 22 - Sleepvraag
Voorziening in de stad
Voorziening op het platteland
Slide 23 - Sleepvraag
Wie bedoelen we met burgerij?
A
Ambachtslieden
B
Boeren
C
De vrije inwoners van een stad
D
Mensen met verplichtingen aan de koning of heer
Slide 24 - Quizvraag
voorzieningen zijn
A
producten die je kunt kopen
B
het aantal gebouwen in een gebied
C
goederen en diensten die je kunt kopen
D
Dat je het voor gezien houdt, je stopt er mee
