Karel ende Elegast

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een chanson de geste?
A
Verhalen onder muzikale begeleiding over de heldendaden van Karel de Grote
B
Bijbelse verhalen over Karel de Grote en zijn ouders Pepijn de Korte en Berta met de brede voeten
C
Verhalen onder muzikale begeleiding over de verliezen van Karel de Grote
D
Verhalen zonder muzikale begeleiding over het leven van Karel de Grote

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Waarom werd Karel in 800 tot keizer gekroond?
A
Omdat Karel ononderbroken oorlog had gevoerd en dat verdiende
B
Omdat tijdgenoten zijn Karels wereldrijk als de herleving van het West-Romeinse Rijk zagen
C
Omdat Karel met alleen koning zijn geen genoegen nam
D
Omdat Karel goede vrienden was met de paus

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurde er op de hofdag?
A
Karel presenteerde zich in zijn koninklijke waardigheid aan zijn voornaamste onderdanen
B
Karel nam het beleid door
C
Karel sprak recht
D
Er werd feest gevierd

Slide 6 - Quizvraag

Karel spreekt in versregel 75 van de 'ongelovigen'
'Daarnaast heb ik nog veel meer bezittingen: Galicië en Spanje, dat ik eigenhandig heb veroverd en waaruit ik de ongelovigen verdreef ...'
Wie worden bedoeld met deze ongelovigen?
A
De Moren
B
De Engelsen
C
De Fransen
D
De Joden

Slide 7 - Quizvraag

Terwijl de koning (Karel de Grote) lag te slapen, werd hij door een Engel geroepen. Hoe vaak werd hij uiteindelijk geroepen voordat hij uit stelen ging?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Karel rijdt alleen het donkere bos in. Wat is de betekenis van dat bos?

Slide 12 - Open vraag

Elegast is volgens Karel een 'goede' dief

Slide 13 - Poll

De ridder die Karel tegenkomt in het bos is gekleed in het zwart en reed op een zwart paard. Waar staat de kleur zwart voor?

Slide 14 - Woordweb

In het donkere woud ...
Karel wordt staande gehouden door de zwarte ridder (vers 355)

Slide 15 - Tekstslide

'Ridder, ontbeid! Waarna es 't, dat gij rijdt? Ik wille weten, wat gij zoekt, ende wat gij jaget ende roekt, eer gij mij ontrijdt van hier.
Wat antwoordde de koning?
A
'Ik hebbe liever, dat wij vechten dan ik 't u zeide bij bedwange'
B
'Van dichten comt mi cleine bate. Die liede raden mi dat ict late'
C
'Het dunct mi goet Here, dat gi hebt geseit; Alse ghi wilt, wi sijn bereit'
D
'U ne sal niet ghebreken'

Slide 16 - Quizvraag

'Zij vochten een lange wijle, dat men gaan mochte een mijle.'
Hoe lang vochten de zwarte ridder en Karel?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
Voor je Onze Vader kon zeggen

Slide 17 - Quizvraag

Wie is de roofridder in de bossen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de nieuwe (schuil)naam van de koning?

Slide 19 - Open vraag

Adelbrecht stelt voor om bij de koning te gaan stelen. Elegast weigert dit (als trouwe vazal). Bij wie wil hij wel uit stelen gaan?
A
Evermoed Ottevanger
B
Haeck Rood
C
Palmerijn Uittenboogaard
D
Eggerik van Eggermonde

Slide 20 - Quizvraag

Hoe valt Adelbrecht door de mand als onervaren dief?
A
Karel wil een ploegijzer gebruiken
B
Het toverkruid is uit de mand gestolen
C
Karel heeft geen sleutels
D
Karel kent de inbrekerstermen niet

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is het ploegijzer dat Adelbrecht wil gebruiken een vreemde keuze?
A
De muur van de burcht is van leem
B
De muur van de burcht is dik en sterk
C
De muur van de burcht staat op een fundering
D
Het ploegijzer valt niet te tillen

Slide 23 - Quizvraag

Elegast zegt: 'Dusgedaan en zag ik nooit geen bezigen tot zulken stikken, daar men mede door zoude pikken'...
Wat antwoordt Adelbrecht?
A
'Het mag wel zijn: ik kwam gevaren op den Rijn, dies is leden die derde dag, dat ik voer op mijn bejag; daar moest ik mijn ijzer laten, het ontviel mij op der straten, daar men mij volde achter.'
B
'Het mag wel zijn: 'Ik en kwam nooit binnen der zalen noch in den hove, dat ik weet.'
C
'Het mag wel zijn: al was hij groot ende sterk, hij en konste niet zulk werk.'

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Waarom doet Elegast het toverkruid in zijn mond?
A
Hij kan nu verstaan wat de dieren zeggen
B
Hij wil zich een beetje high voelen om de spanning te verlichten
C
Hij wilde Adelbrecht niet meer horen
D
Hij wordt dan behendiger

Slide 26 - Quizvraag

Wie was er volgens de dieren in de buurt?

Slide 27 - Open vraag

Wat is de consequentie van het toverkruid voor het verhaal?
A
Geen, want de dieren zijn niet echt: het is maar een fabel.
B
Groot, want Elegast gaat gewoon Eggeriks burcht binnen zoals hij van plan was en ook later horen we er niets meer over het toverkruid
C
Groot, we ontdekken zo dat Karel een onhandige dief is
D
Geen, want hoewel Elegast zeker zegt te weten dat de koning in de buurt is, laat hij daardoor zijn verdere gedrag niet beïnvloeden

Slide 28 - Quizvraag

Van welk plan hoorde Elegast in de slaapkamer van Eggerik en de zus van Karel?
A
Eggerik had de dood van Elegast gezworen
B
Karels zus had Eggerik opgehangen
C
Eggerik had de dood van Karel gezworen
D
Het zadel miste belletjes

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het belang van het toverkruid voor de karaktertekening van Karel?
(er zijn meerdere antwoorden mogelijk)
A
Duidelijk wordt dat Karel van stelen inderdaad geen ver stand heeft, zoals hij zelf stilletjes toegeeft.
B
Er is geen belang.
C
Karel moet hier in Elegast zijn meerdere erkennen.
D
We ontdekken dat Elegast over magische krachten beschikt en dat hij een meesterdief is.

Slide 31 - Quizvraag

De constructie van de ruimte is niet zomaar vormgegeven. Welke ruimte staat centraal voor Karel?
A
Ingelheim
B
Eggermonde
C
Woud
D
Paard

Slide 32 - Quizvraag

Karel de Grote houdt hofdag. Een plan wordt bedacht. Welk plan?
A
God staat ons bij als we maar blindelings op hem vertrouwen
B
Deuren van voor- en hoofdburcht worden uitnodigend opengezet.
C
Een gat werd in de muur van de hof gemaakt
D
Ophaalbrug wordt naar beneden gelaten

Slide 33 - Quizvraag

Eggerik ontkent zijn verraad hooghartig. Het Godsoordeel moet uitkomst bieden. Wat zal plaatsvinden?
A
Tweegevecht tussen Elegast en Eggerik
B
Tweegevecht tussen Karel en Eggerik
C
Driegevecht tussen Karel, Elegast en Eggerik
D
Tweegevecht tussen Karel en Elegast

Slide 34 - Quizvraag

Eggerik werd als dode man toch nog aan de galg gehangen. Waarom?
A
Volgens het middeleeuwse rechtssysteem stond op elke overtreding een straf. Pas als deze uitgevoerd was, kon God in het hiernamaals oordelen
B
Volgens de middeleeuwers moest het hoofd worden opgediend op het eerstvolgend feestbanket
C
Volgens Karel was alleen de overwinning van Elegast onvoldoende. Hij wilde ook zijn eigen oordeel vellen en veroordeelde Eggerik tot de galg
D
Voor het verhaal werd een realistisch einde bedacht om de voorspelling 'een vraaie historie ende al waer' na te komen

Slide 35 - Quizvraag

Maak het rijtje af. Welk woord ontbreekt?
Moed - Trouw - ...

Slide 36 - Open vraag

Maak het rijtje af. Welk woord ontbreekt?
Lafheid - Ontrouw - ...

Slide 37 - Open vraag

0

Slide 38 - Video