Stap 1 --> Is het een persoonsvorm? (andere tijd zetten)
Ja Nee
Tegenwoordige of verleden tijd? | Verlengproef of 't ex Kofschip
Zo kort mogelijk
Tegenwoordige tijd: stam + t
Uitzondering: ik ervoor, ik erachter, jij/je erachter
Verleden tijd: stam + te(n) of de(n)