Op 15 juli 1099 wist een leger van kruisvaarders uit Europa door de vestingmuren van Jeruzalem te breken, na een belegering van ruim anderhalve maand. Om van Jeruzalem een volledig christelijke stad te maken werden de 20.000 inwoners, zowel moslims als joden, over de kling gejaagd.
'Het was een rechtvaardige en schitterende straf van God dat deze plaats verzadigd was van het bloed van de ongelovigen. Nog nooit heeft iemand zo'n immens bloedbad onder heidenen gezien, noch ervan gehoord,' schrijft ooggetuige Raimond van Aiguilers, kroniekschrijver en deelnemer aan deze Eerste Kruistocht. In de Arabische wereld heerste grote verontwaardiging over de barbaarse moordpartij. Eeuwenlang was Jeruzalem een islamitische stad geweest, waarin christenen, moslims en joden vreedzaam naast elkaar leefden.