BSR 05/12 u3bd H3 Schrijven (zakelijke brief)

Open je boek alvast op blz 92-93.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Het verschil tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief. Schrijfopdracht 3.
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
SCHRIJVEN H3
Zakelijke brief schrijven
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Open je boek alvast op blz 92-93.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Het verschil tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief. Schrijfopdracht 3.
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
SCHRIJVEN H3
Zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke mail uitleggen.
  • Je weet hoe je een zakelijke brief moet schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les              45 minuten
De planning doornemen
Schrijfopdracht 3 bespreken
Het verschil tussen een zakelijke mail 
en een zakelijke brief
Opdracht 1 t/m 5 maken
Opdrachten bespreken
Gezamenlijk afronden

5 minuten
5 minuten

5 minuten
15 minuten
10 minuten
5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

 
Vandaag
Voorbereiden op schrijfopdracht 3.

Woensdag 6 december
Kijk- en luistertoets (feedback geven).

Volgende week: Deeltoets Schrijven H3 (zakelijke brief). Het gemiddelde van jouw drie schrijfopdrachten komt in Magister.
 En de theorie van Lezen H3.

Toetsweek: Toets Lezen H1, H2 en H3.
De planning

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 

Slide 6 - Tekstslide

In welke situaties schrijf je een zakelijke brief?

Slide 7 - Open vraag

Instructie
Zakelijke brief
Wat? Een brief die je stuurt naar bedrijven, personen of organisaties. Een zakelijke brief is vaak wat officiëler dan een zakelijke mail.

De inhoud van een zakelijke brief (H3) is hetzelfde als de inhoud van een zakelijke mail (H2): 
- Inleiding: Je vertelt de aanleiding van jouw e-mail. Vertel ook wie je bent.
- Kern/middenstuk: meer informatie of stel je vragen. 
  Soms stuur je een bijlage mee, zoals de rekening van een bestelling of
  een ingevuld formulier. Noem deze bijlage dan ook in je tekst.
- Slot: Spreek in het slot een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld:
             Ik hoop snel een antwoord van u te krijgen.


timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Instructie
De vorm van een zakelijke brief is wel anders dan de vorm van een zakelijke mail:

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Op bladzijde 271 van je boek
vind 
je een voorbeeld van een 
zakelijke brief.
Je ziet dat je op tien dingen 
moet letten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat?
Hoofdstuk 3 (blz. 92-95). Schrijven H3.
Een zakelijke brief schrijven.
Opdracht 1 t/m 6.
Hoe?
In stilte. Maak de opdracht in je boek. 
Hulp
Steek je vinger op als je iets niet begrijpt. 
Tijd
15 minuten.

Klaar?
Maak een samenvatting van Schrijven H3 of 
bestudeer het voorbeeld op blz. 271 van je boek. 
Maken
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

= taal die je gebruikt in serieuze situaties. Je gedraagt je netter dan gebruikelijk. Bijvoorbeeld op je werk of bij mensen die je niet super goed kent. 
  • Sollicitatiebrieven, mails etc.
Formeel 
taalgebruik 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is formele taal?
 

Formele taal is taal die je gebruikt in serieuze situaties. 
Je gebruikt het als je contact hebt met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die belangrijk zijn.


Slide 13 - Tekstslide

= taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent. Denk aan je ouders, vrienden of klasgenoten. Je gebruikt informele woorden in minder serieuze situaties.  
  • Op feestjes, in de kantine etc.
Informeel 
taalgebruik 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is informele taal?
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. Je gebruikt het als je praat met je vader of moeder of als je een berichtje schrijft naar een vriend of een klasgenoot. 
  • Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.


Slide 15 - Tekstslide

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Geachte meneer Jansen,
A
formeel
B
informeel

Slide 16 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met mij is alles prima!
A
formeel
B
informeel

Slide 17 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Bij voorbaat dank voor uw reactie.
A
formeel
B
informeel

Slide 18 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met vriendelijke groet,
A
formeel
B
informeel

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke mail uitleggen.
  • Je weet hoe je een zakelijke brief moet schrijven. 

Slide 21 - Tekstslide

Check
vragen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 23 - Open vraag

Hoe ziet de alineaverdeling eruit van een zakelijke brief?

Slide 24 - Open vraag

Hoe start je een zakelijke brief en hoe sluit je hem af?

Slide 25 - Open vraag

Reflectie
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 26 - Open vraag

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode:
u3bd: uecuk

Slide 27 - Tekstslide