H7 Informele drogredenen

H7 Informele drogredenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H7 Informele drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

drogreden
Een ondeugdelijk argument.
Als de ondeugdelijkheid te maken heeft met een gebrek aan logische geldigheid, spreken we van FORMELE DROGREDENEN.
Veel redeneringen deugen ook niet, waarbij het niet draait om GELDIGHEID of ONGELDIGHEID. Dat zijn INFORMELE DROGREDENEN.

Slide 3 - Tekstslide

drogredenen
7 drogredenen die veel voorkomen in discussies en betogen

Slide 4 - Tekstslide

Stroman (drogreden van Stroman)
Wanneer je niet het werkelijke standpunt van de tegenstander aanvalt, maar een verdraaide versie ervang. 

Slide 5 - Tekstslide

Ad hominem
Niet het standpunt van de tegenstander wordt aangevallen, maar de tegenstander zelf.

= argumentum ad hominem

Slide 6 - Tekstslide

Ad hominem
In plaats van het inhoudelijke debat aan te gaan, richt een "ad hominem" aanval zich op kenmerken van de persoon, zoals zijn karakter, uiterlijk, achtergrond, motieven, of andere persoonlijke eigenschappen. Deze tactiek is ongeldig omdat het niets zegt over de geldigheid van de argumenten of het standpunt dat wordt betwist.

Slide 7 - Tekstslide

Ad hominem - voorbeeld
Persoon A beweert dat klimaatverandering een belangrijk probleem is dat moet worden aangepakt. Persoon B reageert door te zeggen: "Waarom zouden we luisteren naar wat jij te zeggen hebt over klimaatverandering? Jij bent gewoon een student en hebt geen ervaring in de wetenschap."
In dit voorbeeld valt Persoon B Persoon A persoonlijk aan in plaats van de argumenten over klimaatverandering te bespreken. Het feit dat Persoon A een student is, doet niets af aan de geldigheid van de argumenten die hij of zij naar voren brengt.

Slide 8 - Tekstslide

Post hoc
(ergo propter hoc) --> Na dit, dus door dit
Als na situatie A er een situatie B optreedt, mag je niet zonder meer concluderen dat situatie A dan ook situatie B heeft veroorzaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Post hoc
een logische fout waarbij wordt aangenomen dat wanneer twee gebeurtenissen in de tijd na elkaar plaatsvinden, de eerste gebeurtenis de oorzaak is van de tweede. 
Met andere woorden, het argument stelt dat omdat gebeurtenis A voorafgaat aan gebeurtenis B, gebeurtenis A noodzakelijkerwijs gebeurtenis B heeft veroorzaakt. Deze redenering is echter ongeldig omdat er andere mogelijke verklaringen kunnen zijn voor de opeenvolging van gebeurtenissen.

Slide 10 - Tekstslide

Post hoc - voorbeeld
Een voorbeeld van een "post hoc" drogreden zou zijn:

De president kondigde aan dat hij in de stad een toespraak zou houden.
Diezelfde avond begon het te regenen.
Daarom moet de toespraak van de president de regen hebben veroorzaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Een algemene uitspraak die gebaseerd is op een aantal bijzondere gevallen. 
Het kan nl. zo zijn dat de bijzondere gevallen die je onderzocht hebt, toevallige uitzonderingen waren i.p.v. voorbeelden van een algemene regel. 

Slide 12 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Niet alle generalisaties zijn overhaast. Wanneer de gevallen die je bekeken hebt een goede afspiegeling zijn van de gehele populatie, mag je een conclusie trekken die op de hele populatie betrekking heeft. Zo'n steekproef = representatieve steekproef

Slide 13 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Het betreft een ondeugdelijke redenering omdat de conclusie niet wordt ondersteund door voldoende bewijs.

Slide 14 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Je ontmoet twee mensen uit een bepaald land, en ze zijn onbeleefd tegen je. Je concludeert dat alle mensen uit dat land onbeleefd zijn.
Dit is een overhaaste generalisatie omdat je een algemene uitspraak doet over alle mensen uit dat land o.b.v. slechts twee ontmoetingen, wat niet representatief is voor de hele bevolking. Voor een geldige generalisatie zouden veel meer gegevens en een representatieve steekproef nodig zijn.






Slide 15 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
.Overhaaste generalisaties kunnen leiden tot onjuiste stereotypen en vooroordelen. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn bij het trekken van algemene conclusies en te zorgen voor voldoende en representatief bewijs voordat je een dergelijke conclusie maakt.







Slide 16 - Tekstslide

Cirkelredenering
Soms lijkt het alsof iemand argumenten voor zijn standpunt aandraagt, maar in werkelijkheid herhaalt hij alleen zijn standpunt in andere woorden.

(herformulering van het standpunt / iets verklaren doet de redenering niet)

Slide 17 - Tekstslide

Cirkelredenering
Vb. Die fiets is van mij, want ik ben de rechtmatige eigenaar. 
Standpunt = die fiets is van mij
Argument = ik ben de rechtmatige eigenaar
Eigenlijk is het argument gewoon een andere formulering van het standpunt: die fiets is van mij betekenis hetzelfde als ik ben de rechtmatige eigenaar.

Slide 18 - Tekstslide

Omdraaien van de bewijslast
Een debater zorgt er voor dat hij niet hun standpunt aannemelijk hoeft te maken, maar dat de tegenpartij moet bewijzen waarom het tegenovergestelde standpunt juist is. 

Slide 19 - Tekstslide

Onjuiste analogie
Analogie = vergelijking van 2 zaken met elkaar
Die vergelijking kun je gebruiken als argument.
Zijn die 2 zaken die een overeenkomst vertonen van belang voor de conclusie of niet?

Slide 20 - Tekstslide

Onjuiste analogie (kentekenrelatie)
Een onjuiste analogie is een drogreden waarbij iemand een argument probeert te ondersteunen door te wijzen op overeenkomsten tussen twee dingen die niet werkelijk vergelijkbaar zijn. Het idee is dat als twee zaken enige gelijkenis vertonen, ze in alle opzichten vergelijkbaar moeten zijn, wat niet noodzakelijkerwijs het geval is.

Slide 21 - Tekstslide

Onjuiste analogie: voorbeeld
(kentekenrelatie) 
Het menselijk lichaam is als een complexe machine.
Machines hebben onderhoud nodig om goed te blijven werken.
Daarom moet het menselijk lichaam regelmatig onderhoud krijgen, zoals een machine.

Slide 22 - Tekstslide