Kunnen zorgvragers medicatie ook in eigen beheer houden?
Wat is een EVS?
Wat is hier het voordeel van?
Slide 4 - Tekstslide
Wat doe je met medicatie die niet meer gebruikt wordt?
Slide 5 - Tekstslide
Medicijnen klaarzetten
medicijnverdeelsystemen:
baxter systeem
medicijndoos
etui met dag cassettes
Slide 6 - Tekstslide
Aandachtspunten
Zet de medicijnen altijd alleen uit en uitsluitend als je de verantwoordelijkheid hebt voor de medicijnen.
Zet de medicijnen per zorgvrager uit en gebruik daarbij de medicijnkaart van de betreffende zorgvrager.
Controleer de medicijnen zoals hiervoor is beschreven en plaats het medicijn in het bakje waarop de naam van de betreffende zorgvrager is vermeld. In de instelling worden de medicijnen na het uitzetten nogmaals gecontroleerd door een andere verpleegkundige.
Denk aan de regel van vijf.
Wanneer je nieuw voorgeschreven medicijnen voor een zorgvrager in handen krijgt, ga je ze controleren. Je gebruikt hierbij de medicijnkaart of -klapper en stelt jezelf de volgende vragen.
Komt het medicijn overeen met het voorgeschreven medicijn?
Kloppen de naam en de geboortedatum van de zorgvrager?
Is de hoeveelheid in milligrammen (mg) of milliliter (ml) juist?
Is de dosering juist?
Klopt de toedieningswijze?
Slide 7 - Tekstslide
De regel van 5
Slide 8 - Tekstslide
Toediening
enteraal: maag-darmkanaal
parenteraal: via een andere weg
Slide 9 - Tekstslide
Enterale toediening
per os meestal met ruim water.
Waarom geen andere dranken?
tabletje onder de tong ook met water?
rectaal
zetpillen
klysma's
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Parenterale toediening
Lokale toediening
via de huid: denk aan zalf en (antirook)pleisters
via slijmvliezen: denk aan het druppelen van ogen
via lichaamsholten: oordruppels, vaginaaltabletten of -crèmes
per inhalatie: denk aan alle middelen voor COPD-patiënten
per injectie: dit kan intraveneus, intracutaan, subcutaan of intramusculair gebeuren.
Niet lokale toediening: iv
Slide 13 - Tekstslide
Via de luchtwegen
indicaties
Benauwdheid door vernauwde luchtwegen
COPD
Astma
contra-indicaties
epilepsie
ernstige hypertensie
manifeste diabetes mellitus
Slide 14 - Tekstslide
wijze van toedienen
verstuiver: evt met voorzetkamer
poederinhalator
verneveling: +NaCl 0,9%
waterdamp middels stomen
keus obv
de medische indicatie
de ademhalingscapaciteit
de vaardigheden van de zorgvrager
Slide 15 - Tekstslide
Waarom toedienen
Slide 16 - Tekstslide
NB
Bij verstuivers is het belangrijk dat de zorgvrager langzaam inademt en de adem vijf tot tien tellen inhoudt. Tegelijkertijd met de inademing drukt hij het spuitbusje in.
Bij een poederinhalator moet de zorgvrager krachtig inhaleren en de adem daarna vijf tot tien tellen vasthouden.
Bij verstuivers met een inhalatiekamer en bij een vernevelapparaat is vijf tot tien keer rustig in- en uitademen voldoende.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Vagina irrigeren
Indicaties:
vaginale afscheiding verwijderen
preoperatief desinfecteren
antiseptische medicatie toedienen
proberen een bloeding te stoppen (door koude vloeistof in te brengen)
pijn en ontstekingen verlichten (door warme vloeistof in te brengen)