Herhaalles - Bedrijf Starten
1 / 14
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Jan koopt een bedrijfsauto voor € 20.000 excl. BTW. BTW% is 21%. Hij betaalt contant. Wat is het bedrag aan crediteuren op de balans?
A
€ 20.000
B
€ 0
C
€ 24.200
Slide 2 - Quizvraag
Jan koopt een bedrijfsauto voor € 20.000 excl. BTW. BTW% is 21%. Hij betaalt contant. Wat is de uitgave bij aankoop van de bedrijfsauto?
A
€ 20.000
B
€ 0
C
€ 24.200
Slide 3 - Quizvraag
Jan koopt een bedrijfsauto voor € 20.000 excl. BTW. BTW% is 21%. Het bedrag aan vaste activa op de balans is € 20.000.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Jan koopt een bedrijfsauto voor € 20.000 excl. BTW. BTW% is 21%. Hij financiert de aanschaf met een onderhandse lening met een looptijd van 5 jaar. Bereken het benodigde bedrag van de lening.
A
€ 20.000
B
€ 24.200
Slide 5 - Quizvraag
Waar komt de Onderhandse Lening terug in de balans?
A
Vaste activa
B
Eigen vermogen
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer komt de onderhandse lening terug in de liquiditeitsrekening?
Slide 7 - Open vraag
Puck heeft een restaurant en koopt al haar ingrediënten in bij de Hanos. Het ontvangen leverancierskrediet is 1 maand. De inkopen in juli zijn € 5.000 exclusief BTW. Het BTW-percentage is 9%.
Wat is het bedrag aan crediteuren op de balans op 31 juli.
Wat is het bedrag aan crediteuren op de balans op 31 juli.
A
€ 5.450
B
€ 0
C
€ 5.000
Slide 8 - Quizvraag
Puck heeft een restaurant en koopt al haar ingrediënten in bij de Hanos. Het ontvangen leverancierskrediet is 1 maand. De inkopen in juli zijn € 5.000 exclusief BTW. Het BTW-percentage is 9%.
Wanneer leidt deze inkoop tot een uitgave?
Wanneer leidt deze inkoop tot een uitgave?
A
In juli
B
In augustus
C
In juni
D
Nooit
Slide 9 - Quizvraag
De inkoop van ingrediënten leidt tot voorraad. Waar op de balans staat voorraad.
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen
Slide 10 - Quizvraag
In het geval van Puck is het ontvangen leverancierskrediet 1 maand. Welke gegevens heb je nodig om de uitgaven aan inkopen van ingrediënten te berekenen in december?
Slide 11 - Open vraag
In Pucks restaurant wordt in juli € 10.000 excl. 9% BTW aan maaltijden verkocht. Klanten rekenen na afloop van hun diner direct af. Puck heeft geen andere opbrengsten.
Wat zijn de ontvangsten in juli?
Wat zijn de ontvangsten in juli?
A
€ 10.000
B
€ 0
C
€10.900
Slide 12 - Quizvraag
BuitenGewoon Kunstgras legt voetbal - en hockeyvelden van kunstgras aan. Als leverancier verstrekt BuitenGewoon krediet van 2 maanden aan haarklanten. De verkopen in het eerste kwartaal waren € 50.000 excl. 21 % BTW. De verkopen waren evenredig verspreid over het kwartaal. Wat zijn de ontvangsten in april?
A
€ 50.000
B
€ 60.500
C
€ 20.167
D
€ 40.333
Slide 13 - Quizvraag
Waar moet ik op letten bij
berekenen ontvangsten
en uitgaven?
berekenen ontvangsten
en uitgaven?
