Woordenschat: H1: De vergelijking

Welkom terug, klas 2HF
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je boek, schrift en laptop erbij.
Stap 3: Log in bij LessonUp met de code op het whiteboard.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug, klas 2HF
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je boek, schrift en laptop erbij.
Stap 3: Log in bij LessonUp met de code op het whiteboard.

Slide 1 - Tekstslide

Vul de uitdrukking aan: Zo gezond ........

Slide 2 - Open vraag

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Ik kan een vergelijking herkennen en begrijpen
Hoe bereik je dit doel?
  • Lezen in Koning van Katoren
  • Uitleg: Een vergelijking
  • Oefenen + uitdelen woordenlijst
  • Huiswerk volgende les: blz. 24+25 opdracht 1 t/m 3 + leren woordenlijst: demonstreren - zo brutaal als de beul.
  • Controleren leerdoel

Slide 3 - Tekstslide

Lezen in Koning van Katoren
Eind deze week heb je het volgende gelezen:
Blz. 7 - 30
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Maak de vergelijking af: zo trots als een .......

Slide 5 - Open vraag

De vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijkenbeeld en object(iets uit de werkelijkheid).
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak(figuurlijk taalgebruik).
Doel vergelijking: iets extra nadruk geven of de tekst aantrekkelijk maken.
Voorbeelden: 
  • Je bent zo sluw(b) als een vos(o)
  • Het is een draak van een film(o)
  • Het leven(o) is net een krentenbol(b) met af en toe een hard stukje

Slide 6 - Tekstslide

Hoe herken je de vergelijking?
1. Je herkent het aan bepaalde vaste constructies:
  • zo ..... als (een)
  • als (een) .....
  • Lijkt wel (een) .......
  • een .... van een .......
  • ...... is net .......

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de vergelijking in de volgende zin: Bij de NS komen veel klachten binnen van mensen die als haringen in een ton in de trein moeten staan.

Slide 8 - Open vraag

Maak de vergelijking af: slapen als een

Slide 9 - Open vraag

Woordenschat
Je krijgt een woordenlijst mee. 
Deze woordenlijst leer je stap voor stap uit je hoofd. 
Elke les is er een mondelinge overhoring. Je krijgt ongeveer 5 woorden en 65% moet goed zijn.
Heb je het niet gehaald? Streepje bij je huiswerk.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Wat ga je doen? Maak op blz. 24 en 25 opdracht 1 t/m 3.
Hoe ga je te werk? Je werkt alleen aan de opdracht. Na 5 min in stilte werken, fluisterend overleg.
Hulp: Eerst 5 minuten werken, daarna loopt de docent rond.
Tijd: Tot 5 minuten voor het einde van de les ben je hiermee bezig.
Uitkomst: Je werkt aan het leerdoel: je kunt vergelijkingen herkennen en begrijpen.
Klaar? Lezen in Koning van Katoren of woordenlijst leren demonstreren - zo brutaal als de beul.
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Controle leerdoel: benoem het leerdoel

Slide 12 - Open vraag

Een vergelijking heb je twee dingen nodig. Noem ze.

Slide 13 - Open vraag