Werknemerschap 2 (p3) niveau 4 10 feb 2021

WERKNEMERSCHAP
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WerknemerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

WERKNEMERSCHAP

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik vorige week: op de tijdlijn

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan je nog herinneren van vorige week?

Bevraag enkele studenten, spreek ze aan terwijl ze in de les zijn.
Laat de studenten een link leggen tussen hun eigen lijn en de tijdlijn van een bedrijf, wat zijn overeenkomsten, wat zijn verschillen. Conclusie moet zijn, geen tijdlijn zonder ontwikkelen
Wat is ontwikkelen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

=
Ontwikkelen = goede voorbereiding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een goede voorbereiding
om te kunnen ontwikkelen?

Slide 5 - Woordweb

Geef de studenten mee, een goede voorbereiding bij ontwikkeling, bij het ontwikkelen van jezelf, bij het maken van een examen/van een werkstuk?? 

Hopelijk komen ze met weten waar je nu staat, en hoe je een stap kan maken in je ontwikkeling.
NU
voorbereiding
ontwikkeling
RESULTAAT

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en..... NU???

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ben je nu al goed in?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb je deze kwaliteit ontwikkeld?
Kies één van de eerdere kwaliteiten die je zojuist aangaf. (begin hier mee, voordat je uitleg geeft)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kwaliteit denk je dit jaar nog nodig te hebben die je nog niet beheerst?

Slide 10 - Tekstslide

Vraag leerlingen 1 voor 1 tijdens de les, refereer aan het werkstuk, aan persoonlijke kwaliteiten die hij/zij nodig zal hebben?
PITCH
overtuig de ander met welke kwaliteit jij nog wenst te ontwikkelen, welke jij nog nodig hebt. Waarom heb jij die nog nodig leg dat uit in deze Pitch
JUST LIKE ENTREPENEURS

Slide 11 - Tekstslide

Geef de studenten inclusief pauze 20 minuten de tijd om hun pitch voor te bereiden. 

Wijs ze er op dat je van elkaar leren kan, ook tijdens deze pitich, toehoorders wordt gevraagd om een positieve reactie te geven op de pitch.
Back to voorbereiden....
op je branchewerkstuk.


Toelichting Sjabloon

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Branchewerkstuk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1 omschrijving van de branche
Branche of Bedrijfstak is de verzamelnaam voor een groep organisaties/bedrijven die bijdragen aan gelijksoortige producten of diensten’. 

  • Zoek uit in welke branche jouw stagebedrijf valt. Gebruik hiervoor bronnen op het internet, bijvoorbeeld:. http://www.detailhandelinfo.nl/welke-branches-zijn-er-binnen-retail.html

  • Soms is het lastig om het bedrijf in een branche te plaatsen (wegens branchevervaging), kijk dan naar het kernassortiment, wat verkoopt jouw stage bedrijf het meest of uit welke producten is het bedrijf ontstaan?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Branchewerkstuk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

marktaandeel en omzet in de branche
Zoek uit: 
  • marktaandeel binnen jouw branche, wat zijn de marktaandelen binnen jouw branche hoe verhouden deze elkaar? 
  • bestedingen en omzet, hoe zijn de bestedingen en omzet binnen jouw branche? hoe verhouden  deze elkaar? 
  • 2 voorbeelden van websites die je kunt gebruiken, er is echt heel veel informatie te vinden op het internet

    https://www.inretail.nl/kennis-en-inspiratie/consumentenbestedingen-marktaandelen-en-online-bestedingen-mode/
https://www.rabobank.nl/bedrijven/cijfers-en-trends/coronacrisis/?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Distributievormen
  • Intensieve distributie  > Bij intensieve distributie komt de klant het product op zo veel mogelijk verkoopplaatsen (winkels) tegen. Het gaat hier om convenience goods zoals levensmiddelen. De fabrikant heeft er belang bij dat het product op veel plaatsen verkrijgbaar is. De consument is niet bereid veel inspanning te leveren om naar op dit product op zoek te gaan. Een voorbeeld is bijvoorbeeld coca cola. Dit product kun je op veel plekken kopen.

  • Selectieve distributie  > Bij selectieve distributie zoekt de fabrikant een relatief klein aantal detaillisten uit, waarbij service en vakkennis heel belangrijk zijn. De fabrikant zoekt in een marktgebied de verkoopplaatsen uit en stelt hoge eisen aan deze verkoopplaatsen. Het gaat hier vaak om shopping goods.


  • Exclusieve distributie  >  Bij exclusieve distributie is er in een vrij groot gebied slechts één detaillist die het product mag verkopen Bij zeer dure automerken wordt bijvoorbeeld per provincie één dealer aangewezen. De detaillist krijgt eigenlijk een monopolypositie.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoopsystemen
  • Zelfbediening > De methode van de zelfbediening geeft de klant de ruimte te zoeken binnen het assortiment om vervolgens de gekozen artikelen bij de kassa af te rekenen. Voorwaarde is dat de informatie die de klant nodig heeft om de artikelen van zijn keuze te kunnen aanschaffen, aanwezig is.


  • Bedien-u-zelf > Deze vorm van verkoop komt zowel in zelfbedieningszaken als in zelfkeuzezaken voor. Je kunt nog onderscheid maken tussen volledige BUZ en semi-BUZ. Bij volledige BUZ pakt de klant zelf in en weegt en prijst het artikel ((handscanner). 
  • Bij semi-BUZ weegt en pakt de klant zelf in maar wordt er bij de kassa geprijsd. Beide vormen zijn vooral bekend in supermarkten. of groentenboer 
  • Zelfkeuze >Deze verkoopmethode komt voor naast de zelfbedieningsmethode. Artikelen die slechts onder bediening kunnen worden verkocht maar wel zijn gepresenteerd, vallen onder deze verkoopmethode. (bijvoorbeeld een Foodlocker)

  • Bediening > Deze vorm komt nog veel voor bij speciaalzaken. De klant is er koning en de overredingskracht van de verkoper kan aanzetten tot aanschaf van het artikel. De klant moet echter nogal eens op zijn beurt wachten. Dat kan voor sommige klanten in deze gehaaste tijd een moeilijke opgave zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling verkoop 

  • Singlechannel > Bij single channel wordt er één kanaal aangeboden aan
    de klant. Voorbeeld is de traditionele fysieke winkel of alleen een online
    webshop.

  • Multichannelmulti-channel wordt de klant bediend via
    meerdere verkoopkanalen. Deze kanalen kunnen bestaan uit tablet/desktop/mobiele
    of fysieke winkel/app of uit andere verkoopkanalen.

  • Omnichannel > Bij omnichannel ervaart de consument geen kanalen
    meer, maar een bedrijf. Er is één uniforme ervaring, één prijs, één levertijd
    etc. Daarnaast worden combinaties tussen kanalen actief gestimuleerd, omdat de
    diverse kanalen, verschillende eigenschappen hebben met bijbehorende voordelen
    en mogelijkheden. De kanalen vullen elkaar zoveel mogelijk aan. De mobiele
    telefoon wordt hierbij als brug gebruikt tussen de offline en online wereld.











(Bijvoorbeeld je kunt op de website
checken hoeveel voorraad er is in een bepaalde winkel, reserveren en later
o
phalen.) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambulante handel

Ambulante
handel
 is de officiële term die
gebruikt wordt voor huis-aan-huisverkoop, verkoop op de 
openbare weg, op openbare markten of op andere
plaatsen of lokalen






onderzoek of de branche waar jouw stagebedrijf onder valt aan ambulante handel doet? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies