BK SYMBOLEN

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare school

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

het woord symbool is afgeleid van het Griekse woord:
A
verbum
B
sumbolon
C
symborum
D
sylabus

Slide 3 - Quizvraag

het woord 'sumbolon' betekent letterlijk:
A
samenspelen
B
samenkomen
C
samentreffen
D
samen eten

Slide 4 - Quizvraag

kenmerk symbool
sleep de juiste uitleg naar het kenmerk
meestal tastbaar

maakt herkenning mogelijk

maakt duidelijk hoe je denkt over belangrijke zaken in het leven

dwz aan te raken

dwz zichtbare uitingen van onzichtbare zaken of waarden

dwz jouw standpunt of jouw groep is duidelijk

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

goed fout
een symbool verwijst naar de fundamenten van ons bestaan
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

goed fout
een teken heeft meerdere betekenissen
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

goed fout
een stopbord is een teken
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

goed fout
tekens en symbolen betekenen hetzelfde
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

goed fout
een teken staat los van waar het naar verwijst
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

goed fout
een trouwring is een symbool
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

goed fout
tekens zijn handig om te gebruiken
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

goed fout
symbolen geven toegang tot iets 'diepers'
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

goed fout
symbolen zijn duidelijk
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

soort symbool
A
privé
B
tijd
C
cultuur
D
universeel

Slide 17 - Quizvraag

soort symbool
A
privé
B
tijd
C
cultuur
D
universeel

Slide 18 - Quizvraag

soort symbool
A
privé
B
tijd
C
cultuur
D
universeel

Slide 19 - Quizvraag

soort symbool
A
privé
B
tijd
C
cultuur
D
universeel

Slide 20 - Quizvraag

soort symbool
A
privé
B
tijd
C
cultuur
D
universeel

Slide 21 - Quizvraag

dit symbool staat voor
A
liefde
B
verliefdheid
C
vriendschap

Slide 22 - Quizvraag

dit symbool (anker) staat voor
A
geloof
B
liefde
C
hoop

Slide 23 - Quizvraag

de uil staat voor
A
wijsheid
B
maan
C
nacht
D
vrouwelijke

Slide 24 - Quizvraag

dit symbool staat voor
A
regenboog
B
vrede
C
gelijkheid

Slide 25 - Quizvraag

deze korenaar staat voor
A
verrijzenis
B
opstanding
C
natuur
D
graan

Slide 26 - Quizvraag

opdr 38 p. 56
deze afbeelding hoort bij:
naam symbool:
korte beschrijving:

Slide 27 - Open vraag

opdr 38 p. 56
deze afbeelding hoort bij:
naam symbool:
korte beschrijving:

Slide 28 - Open vraag

opdr 38 p. 56
deze afbeelding hoort bij:
naam symbool:
korte beschrijving:

Slide 29 - Open vraag

opdr 38 p. 56
deze afbeelding hoort bij:
naam symbool:
korte beschrijving:

Slide 30 - Open vraag

opdr 38 p. 56
deze afbeelding hoort bij:
naam symbool:
korte beschrijving:

Slide 31 - Open vraag