(1) Grammatica: zinsdelen & woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Weekplanning

Grammatica: zinsdelen & woordenschat

Caja Cazemier, uitleg grote opdracht

Poezie & fictie en woordenschat

Vandaag

Les 2, week 21

Les 3, week 21

Vandaag 

1. 30 seconds woordenschat
2. Lesdoel
3. Woordenschat
4. Grammatica: zinsdelen
5. Zelf aan de slag
6. Lesdoel controle
7. Afsluiting

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!

Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 

30 seconds

Wat gaan we doen?

30 seconds

Hoe?

2 teams (zelfde teams als de vorige keer)

Hoe? 

Je pakt een kaartje van de stapel en je omschrijft de woorden die op dat kaartje staan zonder het woord zelf te noemen 

30 seconds woordenschat 

https://onlinedobbelsteen.nl/

Lesdoelen

• Je kent het verschil tussen taalkundig en redekundig ontleden
• Je weet wat een zinsdeel en wat de persoonsvorm is
• Je kent een gedeelte (70) woorden van de woordenschatlijst.

Woordenschat 61-70

gouden bergen beloven

(de) journalist 

(de) kroon spannen 

legendarisch 

(het) lichaam 

markant 

(het) middenrif 

(een) nieuwe ster aan het firmament 

onbekend maakt onbemind 

(het) orgaan  

Tekst

• Overleg met je buurman/vrouw
• Noteer de betekenis  in je schrift
• Aan het einde van de les komen we hier op terug

Woordenschat 61-70

gouden bergen beloven

(de) journalist 

(de) kroon spannen 

legendarisch 

(het) lichaam 

markant 

(het) middenrif 

(een) nieuwe ster aan het firmament 

onbekend maakt onbemind 

(het) orgaan               

Tekst

• mooie bedrieglijke beloften doen
  
• verslaggever
  
• alles overtreffen
  
• zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt
  
• alle orgaanstelsels samen
  
• opmerkelijk
  
• dik vlies dat de romp verdeelt in de buik- en borstholte
  
• iemand die plotseling veel succes heeft
  
• 
  
• iets wat je nog niet kent, kun je nog niet waarderen
  
• 
  
• deel van het lichaam met een bepaalde taak 

Klassikaal lezen van theorie bladzijde 246

Dagwerk grammatica

Waar? 

Bladzijde 246-250

Welke opdrachten?

1 tot en met 3

Klaar?

4 tot en met 12

Lesdoelcontrole zinsdelen en persoonsvorm

Wat weet je over:

Zinsdeel

Persoonsvorm

• Een zinsdeel is een woord of groepje woorden dat bij elkaar hoort in de zin
• Dit is een werkwoord welke verandert als de zin in een andere tijd gezet wordt

Einde van deze les

• Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
• Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
• Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze