In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 3 - Methoden van observeren
Slide 1 - Tekstslide
Nodig bij de komende lessen:
* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling. * Eventueel pen en papier voor aantekeningen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Korte terugblik op de vorige les.
- Doelen van deze les.
- Paragraaf 8.3
- Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Job pakt de bal van de grond en loopt naar Seb. Hij kijkt Seb boos aan en geeft hem een duw. Hij is duidelijk gefrustreerd over de situatie die net plaatsvond.
Hierboven lees je een deel van een observatie. Is dit objectief of subjectief beschreven?
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 4 - Quizvraag
Waarnemen doe je overal. Zelfs in je slaap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat verstaan we onder 'gedrag'?
A
Alle gedragingen van de mens.
B
Alle waarneembare activiteiten van de mens.
C
Alles wat je kunt waarnemen.
D
Alles wat mensen doen.
Slide 6 - Quizvraag
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
A. Orden de gegevens.
Stap 2
B. Schrijf de vraagstelling op.
Stap 3
C. Kies de observatiemethode.
Stap 4
D. Voer de observatie uit.
Stap 5
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 6
F. Rapporteer.
Stap 7
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 8
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Opdracht: Pak pen en papier en zet de stappen in de juiste volgorde.
Slide 7 - Tekstslide
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 2
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 3
B. Schrijf je vraagstelling op.
Stap 4
C. Kies de observatiemethode.
Stap 5
D. Voer de observatie uit.
Stap 6
A. Orden de gegevens.
Stap 7
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Stap 8
F. Rapporteer.
De antwoorden...
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen van deze les
Aan het einde van deze les:
-kun je het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief observeren uitleggen.
-weet je welke observatie methode bij een vraagstelling past.
-maak je kennis met verschillende observatie methodes, waardoor je een keuze kunt maken voor je IO.
Slide 9 - Tekstslide
Verschil Kwalitatief-Kwantitatief
Kwa·li·ta·tief
wat de kwaliteit betreft: kwalitatief goed (HOE?)
Kwan·ti·ta·tief
volgens de hoeveelheid (HOEVEEL?)
Slide 10 - Tekstslide
Kwalitatief observeren
Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet. Bijvoorbeeld onrustig, storend, onopvallend, etc.
Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op.
Waardoor is jouw leerling tijdens de taalles zo onrustig? Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld 1 van een kwalitatieve observatiemethode
Intervalobservatie
Wanneer je een idee hebt wat de reden is van bepaald gedrag, maar nog twijfelt.
Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.
Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc...
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld 2 van een kwalitatieve observatiemethode
Logboek
Als het gedrag dat je wilt observeren steeds in een specifieke situatie voorkomt. Bijvoorbeeld elke dag tijdens buitenspelen.
-Een soort dagboek.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag Waar ging het bij kwalitatief observeren ook alweer om?
Vraag Wie heeft een voorkeur voor één van deze twee observatiemethodes?
Slide 14 - Tekstslide
Kwantitatief observeren
Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.
Je telt de gedragingen in een bepaalde periode. Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld 1van een kwantitatieve
observatie methodes
Tijdsteekproef
Op vaste momenten noteren wat er gebeurt.
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeld 2 van een kwantitatieve
observatie methodes
Checklist
Van te voren een lijst maken.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld 3 van een kwantitatieve
observatie methodes
Categorieënmethode
Gedrag noteren dat op elkaar lijkt.
Slide 18 - Tekstslide
Vraag -Waar ging het bij kwantitatief observeren ook alweer om?
Vraag -Wie heeft een voorkeur voor één van deze drie observatiemethodes?
Vraag
-Aan welke observatiemethode denk jij voor je IO?
Slide 19 - Tekstslide
voorbeeld 4: participerend observeren
je doet als observator mee in de situatie.
voordeel: je komt achter de aanpak en werkwijze van de leerling
nadeel: het is moeilijker om objectief te blijven.( onbewust helpen en sturen)
Slide 20 - Tekstslide
Welke zin is waar?
A
Een kwantitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
B
Een kwalitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
Slide 21 - Quizvraag
Aan het werk...
Tijd over?
Ga aan de slag met de opdrachten van 8.3 in je werkboek.