Paragraaf 6 Goed verzekerd

Goedemorgen klas 3T2
Terugblik vorige les.
Huiswerk 4.6 ( 1 tm 9) 
Rekentrainer
afsluiting oplesdoelen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 3T2
Terugblik vorige les.
Huiswerk 4.6 ( 1 tm 9) 
Rekentrainer
afsluiting oplesdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de onderstaande Verzekeringen(  Waarvoor ben je verzekert en zijn ze  verplicht ?)
Aansprakelijkheidsverzekering ( AVP)
Motorvoertuigen verzekering
Opstalverzekering
Inboedel verzekering




timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering



  • Vergoedt schade aan mensen = lichamelijke schade
  • + Vergoedt schade aan spullen = materiële schade
  • Bij opzet GEEN vergoeding!!!
  • Geen vergoeding schade aan eigen spullen
  • Geen vergoeding bij nalatigheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WA-verzekering
  • Auto, scooter, brommer
  • Schade aan lichaam van anderen
  • Schade aan spullen van anderen
  • Is verplicht als je motorvoertuig hebt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie auto afhankelijk van:
  • type auto ( het vermogen en gewicht)
  • het aantal gereden kilometers
  • de regio waar de bestuurder woont
  • leeftijd bestuurder onder de 24 jaar is
  • de waarde van het voertuig
  • het aantal schadevrije jaren ( bonus-malussyteem)
  • eventueel meeverzekeren van eigen voertuig. ( all risk-of cascoverzekering)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WA
WA + beperkt casco
WA + volledig casco

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bonus- malusladder

Slide 7 - Tekstslide

Na elk schadevrije jaar klim je een trede op de bonus-malusladder. Dat is een tabel waarmee verzekeraars vaststellen hoeveel korting (bonus) of toeslag (malus) je op je premie krijgt. Als je schade claimt (schadevergoeding vraagt) bij de verzekeraar, daal je op de bonus-malusladder. Je verliest dan een deel van je korting. Of je moet zelfs een toeslag op je premie betalen. De premie zonder korting of toeslag = brutopremie. De premie die je uiteindelijk betaalt, dus met korting of toeslag = nettopremie.
Opstalverzekering
  • Opstalverzekering = voor schade aan het huis bij brand, storm en diefstal
  • herbouwwaarde
  • Alleen bij een koophuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inboedelverzekering
  • Inboedelverzekering = voor schade aan de spullen in je huis bij brand, wateroverlast en diefstal
  • Nieuwwaarde
  • Bij koophuis en huurhuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven 5 t/m 9 op bladzijde 136
Wat ? Opgaven 5 t/m 9 op bladzijde 136
Hoe ? eerste 10 minuten in stilte. Daarna op fluistertoon. Ik kom langs voor vragen.
Tijd ? 20 minuten
Klaar ? rekentrainer bladzijde 141 t/m 1143
Uitkomt ? bespreken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekentrainer
opgaven 6 t/m 9 paragraaf 4.6
Maak de rekentrainer bladzijde 142 t/m 145

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Huiswerk 4.5
Terugblik vorige les
Uitleg paragraaf 4.6 en maken 4.6
Vragen over opgaven uit H4?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
 Pak je boek en omschrijf de volgende begrippen in eigen woorden. Schrijf dit op bladzijde 146:
Verzekeren ( gebruik de woorden verzekerde en verzekeraar )
polis
premie
eigen risico
polisvoorwaarden
timer
6:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de verzekeraar

  • verkoper
  • betaald uitkering
  • wil hoge premie 
de verzekerde

  • consument/klant
  • betaald premie
  • betaald eigen risico
  • wil lage premie
De verzekerde en verzekeraar

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polis
ls je een verzekering hebt afgesloten, dan krijg je een schriftelijk bewijs dat je verzekerd bent. Dit noem je een polis.
In de polis staan een aantal voorwaarden. Dit zijn afspraken tussen de verzekeraar en de verzekerde. Dit noemen we polisvoorwaarden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie
De prijs die je betaalt om je risico verzekeren, heet premie.


Hoogte van de premie hangt af hoe hoog het risico  is van het verzekeren. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen risico
Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.
 

Soms kun je kiezen of je een eigen risico bij een verzekering wilt. Maar er zijn ook verzekeringen waar een eigen risico verplicht is.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten verzekeringen er zijn

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed verzekerd
- welke verzekeringen kennen we?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§4.6 Goed verzekerd
Opdracht: Zoek voor de volgende verzekeringen op wat je verzekerd uit je boek. Dus welke dekkingen zijn?
  • inboedelverzekering.
  • opstal/woonhuis verzekering.
  • aansprakelijkheidsverzekering.
  • zorgverzekering
timer
8:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzekeringskosten berekenen
Premie = € 110. Poliskosten = € 9,50. Assurantiebelasting = 21%. 





  • Bereken de verzekeringskosten 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de premie
inboedel verzekerd voor € 60.000
premie € 2,55 per promille
beveiligd inbraaksysteem geeft 0,20 korting
poliskosten € 2,50
assurantiebelasting 21%
Wat is de premie? Kiest voor inbraaksysteem

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
inboedel verzekerd voor € 60.000
€ 60.000 : 1000 x 2,35 = € 141
+ poliskosten € 2,50
=  € 141 + € 2,50 =  € 143,50
+assurantiebelasting 21%
€ 143,50 : 100 x 21 = € 30,14
totaalbedrag € 143,50 + € 30,14 = € 173,64

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§4.6 Goed verzekerd
De onderverzekeringsbreuk is: (verzekerd bedrag : getaxeerde waarde) x schade = schadevergoeding
Een verzekeraar vergoedt nooit meer dan de getaxeerde waarde.


Voorbeeld
Het verzekerde bedrag is € 40.000; de getaxeerde waarde is € 50.000 en de schade is € 10.000.
De verzekeraar keert uit:
(€ 40.000 : € 50.000) x € 10.000 = € 8.000 Dus ONDERVERZEKERD

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadevergoeding berekenen:






Let op: bovenstaande formule geldt alleen bij onderverzekering.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderverzekering: 
                       verzekerde waarde < werkelijke waarde

Oververzekering:
                       verzekerde waarde > werkelijke waarde

Juiste verzekering:
                       verzekerde waarde = werkelijke waarde

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WA-verzekering
WA-verzekering voor motorvoertuigen: Wettelijke Aansprakelijkheid, verplicht als je een scooter, brommer, motor of auto hebt.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat ? opgaven 1 t/m 4 bladzijde 134
Hoe ? In stilte
Tijd ? 10 minuten
Uitkomst ? Bespreken
Klaar ? Lees eerst leertekst op bladzijde. Ga verder met vraag 5 t/m 9 bladzijde 136
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder aan de slag
Wat ? opgaven 5 t/m 9 bladzijde 136. Lees eerst de leertkst
Hoe ? Op fluistertoon met je buurman/buurvrouw. Ik loop langs voor vragen
Tijd ? Tot 5 minuten voor tijd
Uitkomst ? Bespreken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies