H4 Woche 2 Wiederholung + Oefentoets

Herzlich willkommen
Woche 2 


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
Woche 2 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wie waren deine Ferien?
Besprecht zu zweit die nächsten Fragen: Wie waren deine Ferien? Wie war Silvester? Was hast du gemacht?

Zuerst aufschreiben - danach ohne Spickzettel
Du darfst ein Wörterbuch verwenden


Slide 3 - Tekstslide

Die Planung
  • Sprechen
  • Organisatorisches
  • Die Prüfung
  • Grammatik: die Zahlen
  • Wiederholung der Grammatik: die Modalverben + VONGSU

Slide 4 - Tekstslide

Organisatorisches
Het handelingsdeel: een aantal nog onvoldoende.

Slide 5 - Tekstslide

Die Prüfung
Wörter:
- Vokabelliste 1 & 2: S. 92-95 (D-NL & NL-D)
- Vokabelliste 1 & 2: S. 174-177 (D-NL & NL-D)
Grammatik:
- Teil 3: S. 232 b/z 236 >> zinsontleding (onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp) + de vormen van de der- en ein-groep in de 1e, 3e & 4e naamval.
- Teil 4: S. 237 b/z 241 >> de o.t.t. & voltooid deelwoord van de Modalverben + telwoorden (hoofdtelwoorden & rangtelwoorden).
- Teil 5: S. 242 b/z 245 >> het persoonlijk voornaamwoord (1e, 3e & 4e naamval) + voorzetsels met de 3e naamval & voorzetsels met de 4e naamval.
Redemittel: - Seite 95 (NL-D) & Seite 177 (NL-D)

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd- & rangtelwoorden
Hoofdtelwoorden: eins, zwei, drei, vier, fünfs, sechs...

Rangtelwoorden: erste, zweite, dritte, vierte, fünfte, sechste...

Slide 7 - Tekstslide

Rangtelwoorden in een datum 
Vandaag is het dinsdag, 2 maart;
*Heute ist Dienstag, der zweite (2.) März

Op maandag = Am Montag 
Hij is jarig op 5 mei =   Er hat am fünften (5.) Mai Geburtstag.

Slide 8 - Tekstslide

Wie bildet man die Ordinalzahlen?

1 t/m 19 ---> telwoord + te
Zum Beispiel: negende = neunte; dertiende = dreizehnte

20 t/m ..... ---> telwoord + ste
Zum Beispiel: vierentwintigste = vierundzwanzigste; 
dertigste = dreißigste










Slide 9 - Tekstslide

Wie bildet man die Ordinalzahlen?

Let op! Er zijn 4 uitzonderingen:

eerste - erste
derde - dritte
zevende - siebte
achtste - achte










Slide 10 - Tekstslide

Mach Aufgabe 6 & 7 (Seite 239)
Fertig? 
Begin met de D-Prüfungen van Grammatik Teil 3, 4 und 5!
>> Seite 236; 240-241; 245

Slide 11 - Tekstslide

Die Modalverben
Kann jemand sie erklären?

Seite 266-267

>> Was sind die Regeln?

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 1 b/z 3 (Seite 237-238)
Fertig? Mach Aufgabe 4 b/z 7 (Seite 238-239)

Slide 13 - Tekstslide

Proefzin stap voor stap
Het gaat om de zin:
Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1
Zie je een voorzetsel voor het lidwoord dat je moet invullen?

Slide 15 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
Nee
B
Ja

Slide 16 - Quizvraag

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
Wat is het voorzetsel?
A
mit
B
de
C
Lehrerin
D
gesprochen

Slide 17 - Quizvraag

Stap 2
Het voorzetsel  is mit. Welke naamval hoort bij dit voorzetsel?

Slide 18 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval

Slide 19 - Quizvraag

Stap 3
Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord na het te vertalen woord?

Slide 20 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 21 - Quizvraag

Stap 4
In welk schema moet je de uitgang aflezen? 

Slide 22 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
der
B
ein

Slide 23 - Quizvraag

Stap 5
Wat is de juiste uitgang?

Slide 24 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
Spick-o-thek
A
dem
B
die
C
den
D
der

Slide 25 - Quizvraag